Zeeland – Sint Jacobus de Meerderekerk

Orgel Concerten Kerk Orgelkring

Kerkstraat 55
5411 EA Zeeland (Noord-Brabant)
Locatie op Google Maps

Het F.C. Smits III-orgel (1895)

Toen Franciscus Cornelis Smits II in 1894 de opdracht kreeg voor de bouw van een nieuw orgel in de parochiekerk van Zeeland, was er al een orgel. Bij het gereedkomen van de nieuwe kerk in 1871 heeft F.C. Smits I waarschijnlijk dit instrument overgebracht naar het nieuwe kerkgebouw en het onderhoud verzorgd. Het handschrift Broekhuyzen (orgelbeschrijvingen tussen 1850-1862), vermeld hierover onder Z 58:

Zeeland, Provintie Noord-Braband.
Het orgel in de r.cath. gemeente is een werk van oude datum, maker onbekend, doch sterk toongeevend. Heeft 9 stemmen, een handclavier, aangehangen pedaal en twee blaasbalgen. 
Prestant 4 vt
Flute 4 vt
Mixtuur 3 st
Prestant D. 8 vt
Octaaf 2 vt 
Trompet B. 8 vt
Holpijp 8 vt 
Flageolet 1 vt 
Trompet D. 8 vt
tremulant, 
ventil.



Het orgel dat Smits in Zeeland in 1895 bouwde is vrijwel identiek aan het een jaar eerder geleverde instrument in de Jozefkerk te Tilburg. Alleen is het Zeelandse orgel ongeschonden de tijd door gekomen. Het orgel heeft een apart echowerk, dat vanaf het tweede klavier te bespelen is. Het pijpwerk is voor een deel niet door Smits gemaakt. De tongwerken van de manualen zijn vervaardigd naar Franse aard en geleverd door Jean Devos uit Cureghem bij Brussel. Het labiaalpijpwerk heeft de traditionele Smitsfactuur. Het orgel is erg smal, doordat het in de toren is geplaatst. De windladen zijn dan ook dwars op het front geplaatst. Er zijn twee zwelkasten: één voor het positief en één voor hoofdwerk en echowerk. 

De restauratie van 1998

De stichting ‘Margaretha van Hattum Fonds’ is 19 januari 1984 opgericht, onder de naam ‘Stichting Orgelfonds Parochiekerk van Zeeland’, met het tweeledig doel: de restauratie van het Smits-orgel mogelijk te maken en daarna regelmatig concerten te organiseren. Na een moeizame periode van fondsenwerving en het verkrijgen van de rijksmonumentstatus van het orgel kregen de orgelmakers Elbertse uit Soest in 1998 de opdracht tot restauratie. Dit mede vanwege de door hen met succes uitgevoerde restauratie van het Smits-orgel van de Heuvelkerk in Tilburg in 1990. De restauratie werd begeleid door Rudi van Straten namens de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en Jos Laus namens de Kath. Klokken & Orgelraad. Het orgel was in oorspronkelijke staat bij aanvang van de werkzaamheden. Bij de restauratie van de windladen werden de boringen iets ‘opgezuiverd’, zodat alle boringen van slepen en stokken weer goed met elkaar corresponderen. Geweven vilten ringen werden aangebracht. De op meerdere plaatsen gescheurde eiken platen op de cancellen zijn hersteld; de ventielen en de onderzijde van de windladen werden opnieuw beleerd. Stiften en lederen pulpeten vernieuwd. Gescheurde pijproosters werden hersteld en enkele extra roosters gemaakt voor de Basson om doorzakken in de toekomst te voorkomen. Enkele zachthouten wellen en delen in het stellingwerk werden vernieuwd. De gehele speel- en registermechanieken werden opnieuw afgeregeld. De toetsen opnieuw bevoerd en het ivoren beleg gedeeltelijk vernieuwd en gepolijst. Ebbenhouten boventoetsen die beschadigd waren, werden hersteld evenals registerknoppen en de bakstukken. De pedaaltoetsen werden voorzien van nieuwe opdikstukken.
De windvoorziening is geheel gerestaureerd; de balgen werden opnieuw beleerd. 

De fraaie orgelkas is daar waar nodig hersteld en in de was gezet; alle zachthouten onderdelen en het Caeciliabeeld werden behandeld met anti-houtwormmiddel. De sinds jaren verdwenen pinakeltorens werden bij toeval ontdekt op de pastoriezolder. Na schoonmaak en het bijmaken van neogotische ornamentiek (hogels) werden deze neogotische spitsen weer op de kas geplaatst.
Van het pijpwerk werden omgeknakte bekers, ingezakte voetjes hersteld. Schoonmaak en herstel van de steminrichtingen completeerden de werkzaamheden. De frontpijpen met hoog tingehalte (99%) zijn alleen schoongemaakt. De frontpijpen zijn niet gepolijst, daar anders de gewalste textuur teveel zou gaan opvallen.

“Het orgel van Zeeland verkeert weer in optimale conditie. Orgelmaker Hans Elbertse en zijn medewerkers, gesteund door een aantal vrijwilligers ter plaatse, hebben met liefde voor het detail een indrukwekkend werkstuk afgeleverd: een restauratie die het Smits-orgel weer al zijn vitaliteit en zijn fluwelen klank heeft teruggegeven. Het Hoofdwerk (zonder Mixtuur!) vindt haar opbouw van boventonen in de Quint 3 vt en de Octaaf 2 vt, terwijl de krachtige Trompet en Clairon een zuidelijke dimensie aan het geheel geven. Het Positief, geplaatst in de onderkas, is bezet met meer lieflijke geluiden ter begeleiding. Het Echowerk, speelbaar vanaf het hoofdmanuaal, is voorzien van hoofdzakelijk strijkende registers. Het Pedaal voorziet in een stevig fundament. Het is geen luid orgel en ook geen instrument waarop alle grote symphonische werken uit de Duitse en Franse romantische orgeliteratuur vertolkt kunnen worden, maar een instrument dat in de registers afzonderlijk, maar vooral ook in combinatie met elkaar, bijzonder kleurrijk en fraai van toon is en daarmee – onder invloed van het Caecilianisme – een typische exponent van zijn tijd. In het kader van die katholieke kerkelijke stroming moeten de latere Smits-orgels ook begrepen worden.”
Jos Laus 

Dispositie

Hoofdwerk
(II) C-f”’
Echowerk
(III)
Prestant 16′
Bourdon 16′ 
Prestant 8′ 
Holpijp 8′ 
Diaposon 4′
Quint 3′ 
Octaaf 2′ 
Cornet 2-3 st 
Trompet 8′ 
Clairon 4′
Violine 4′
Fluit 8′
Voix Céleste 8′
Viola di Gamba 8′ 





Positief
(I)
Pedaal
C-e’
Vioolprestant 8′ 
Bourdon 16′ 
Holpijp 8′ 
Salicet 4′ 
Flûte Douce 4′ 
Picolo 2′ 
Flûte Octaviante 4′ 
Basson 8 ‘ 
Ventil 
Violon 16′
Subbas 16′ 
Octaaf­bas 8′ 
Bazuin 16′ 







2 crescendotreden: 
Expressie voor Positief (rechts)
Expressie Récit Manuaal (links)

4 voettreden:
Positief aan Manuaal (Hoofdwerk)
Afsluiting Manuaal (Hoofdwerk)
Positief aan Pedaal
Manuaal (Hoofdwerk) aan Pedaal

Toetstractuur mechanisch. 
Registertractuur mechanisch. 
Sleepladen.
Temperatuur evenredig zwevend. 

Gegevens Piet Bron (2009) en Jos Laus.
Foto’s Piet Bron en Wim van der Ros (2013).

Concerten

Deze kerk was onderdeel van de voorjaarsexcursie van de Brabantse Orgelfederatie op zaterdag 17 mei 2014.

Concerten aanvang 16.00 uur.
Vrije toegang met een vrije gave.


Zondag 15 juni 2014 
Geert Verhallen (Mill) 

Kerk

De kerk van Zeeland, gewijd aan Jacobus de Meerdere, werd gebouwd omstreeks 1870. De architect van deze kerk was Cuypers­leerling Cornelis van Dijk uit Heesch. In 1914-1915 werd de kerk uitgebreid met pseudotransepten. De glas-in-loodramen dateren van 1915 tot 1925 en werden vervaardigd door het atelier van Joep Nicolas uit Roermond.

In de Sint-Jacobuskerk wordt een reliek van de apostel Jacobus de Meerdere in de vorm van een minuscuul stukje bot bewaard in een fraaie reliekhouder waarop staat ‘St. Jacobi Apostoli’. Er zit een briefje bij met de tekst: ‘St. Jac Mai. Ap’ (Heilige Jacobus de Meerdere, apostel).
Op Jacobuszondag, dit is de zondag die het dichtst ligt bij 25 juli, wordt de reliek plechtig uitgestald op het altaar. 
Op 2de Pinksterdag wordt in Zeeland het koningsschieten gehouden. Ook dan staat de reliek op het altaar. 

 
Het kerkhof achter de kerk.

Orgelstichting Magaretha van Hattum

De voorgeschiedenis van de restauratie van 1998.
De stichting ‘Margaretha van Hattum Fonds’ is vanaf het eerste begin nauw met de restauratie van het Smits-orgel in de parochie Zeeland verbonden geweest. Opgericht 19 januari 1984, onder de naam ‘Stichting Orgelfonds Parochiekerk van Zeeland’ met het tweeledig doel, de restauratie van het Smits-orgel te doen uitvoeren, uiteraard onder verantwoordelijkheid van het parochiebestuur, en er voor zorg te dragen dat twee of meer maal per jaar concerten op het orgel zullen worden gegeven door bekende organisten, waarbij voor de inwoners van de parochie de toegang gratis zal moeten zijn. Hoewel de stichting vanaf het begin over een niet onaanzienlijk startkapitaal kon beschikken, dankzij een genereuze donatie van de initiatiefneemster tot de oprichting van de stichting, bleek verdere fondswerving noodzakelijk te zijn. De belangrijkste activiteiten van de stichting in deze periode betroffen echter de in veel gevallen frustrerende pogingen om het Zeelandse orgel als monument erkend te krijgen, om daardoor ook voor Rijkssubsidie in aanmerking te komen. Na een eerste poging hiertoe in begin 1985 kwam 2 juli 1991 het bericht dat alle pogingen niets uitgehaald hadden en dat plaatsing op de monumentenlijst, zeker voor de eerste jaren, uitgesloten zou zijn. De stichting heeft in dezelfde maand alsnog besloten zich als belanghebbende, doch niet eigenaar, in een formeel bezwaarschrift tot de afdeling rechtspraak van de Raad van State te wenden. De zitting van de Commissie bezwaarschriften vond plaats 4 februari 1992, waarbij de stichting van het recht gebruik maakte persoonlijk het bezwaar toe te lichten. Op 31 augustus volgde het niet meer verwachte positieve besluit: het orgel werd rijksmonument. Het duurde echter nog tot december 1994 alvorens feitelijk de rijkssubsidie werd toegekend, maar vanwege budgetrestricties slechts voor 58% in plaats van de maximaal toe te kennen subsidie van 80%. In overleg tussen stichtingsbestuur en parochiebestuur werd besloten ondanks deze ’tegenvaller’ toch groen licht te geven aan de restauratie, waarbij wel op aanvullende subsidie van zowel de gemeente Landerd als het Anjerfonds een beroep zou moeten worden gedaan. Het vermogen van de stichting werd daarvoor als garantie gesteld. Naast de hierboven genoemde subsidiegevers moeten ook allen bedankt worden die door kleine en grote giften er toe bijgedragen hebben dat deze restauratie kon worden gerealiseerd. De verantwoording voor de feitelijke restauratie, in 1997 begonnen, lag uiteraard bij het parochiebestuur. Het eerste deel van de taakstelling van de ‘Stichting Orgelfonds Parochiekerk van Zeeland’ was daarmee gerealiseerd. Om deze verandering van taakstelling te accentueren werd per 30 juli 1997 de naam van de stichting gewijzigd in ‘Stichting Margaretha van Hattum Fonds’, waarmee de naam van de initiatiefneemster tot de oprichting in ere zal worden gehouden.