Uitwijk – Hervormde Kerk

Orgel Concerten Muziek Kerk Info

Kerkplein 1
4288 JE Uitwijk
Locatie op Google Maps

Van den Haspel-orgel (1892)

In 1892 werd een nieuw orgel, gebouwd door orgelmaker Adrianus Van den Haspel uit Rotterdam, in gebruik genomen. De heer Dekker, organist te Werkendam, speelde het in.

Dispositie
Manuaal: Bourdon 16′ – Prestant 8′ – Holpijp 8′ – Viola di Gamba 8′ – Octaaf 4′ – Salicionaal 4′ – Fluit 4′ – Quint 3′ – Octaaf 2′. 
Pedaal: aangehangen.

In 1971 is het instrument afgebroken en vervangen door het Nader-Ambrost-Reil-orgel.

Het Naber-Ambrost-Reil-orgel (1841/2-1971)

Het orgel te Uitwijk is een door J. Reil gerestaureerde kas van Carl Friedrich August Naber uit 1842, afkomstig uit Almen, gevuld met pijpwerk van Jacobus Armbrost uit 1841, afkomstig uit Geesteren. De Trompet 8′ is wel van Naber. Reil voegde een Prestant 8′, een Quint 3′ en een Sesquialter aan toe.
In 1971 werd het in Uitwijk geplaatst. 
In 1973 is een nieuw pedaal gemaakt. 
Het orgel van de Hervormde Kerk te Geesteren werd door Jacobus Armbrost gemaakt in 1841. Bij een restauratie van de kerk is het orgel ontluisterd: de oude kas werd verwijderd en het instrument kreeg een ‘open front’. Ook werden dispositie en mechaniek gewijzigd. Toen men in Geesteren het Knol-orgel uit Oosterwolde kocht, werd het Armbrost-orgel te koop aangeboden. De firma Reil kocht het in 1967 en onder advies van Klaas Bolt werd het gerestaureerd. Bij de restauratie van het binnenwerk werd een geheel nieuwe registermechaniek gemaakt; de toetsenmechaniek, teruggevonden in de toren, werd gerestaureerd. Een nieuwe windvoorziening werd aangelegd want de spaanbalgen van het Naber-orgel zijn niet bewaard gebleven.



Het pijpwerk met op de voorgrond de Trompet 8 vt van Naber met eikenhouten stevels. 
Fotos pijpwerk: Simon den Hartigh 2005 

In het voorjaar van 2013 heeft orgelmaker Reil uit Heerde groot onderhoud uitgevoerd aan het orgel.
Het orgel kan nu weer vele jaren de gemeentezang ondersteunen.

Dispositie

Manuaal C-f”’ Pedaal C-g
Praestant 16′ D
Gedekt 16′
Praestant 8′ – 1971 Reil
Gedekt 8′
Octaaf 4′
Spitsfluit 4′
Quint 3′ – 1971 Reil
Octaaf 2′
Sesquialter II st – 1971 Reil
Mixtuur II-III st B
Mixtuur IV-V st D
Trompet 8′ D/B
Tremulant
Fagot 16′ 

Pedaalkoppel










Mixtuur II-IV sterk
C: 2′ – 1 1/3′ 
c: 2′ – 1 1/3′ – 1′ 
c’: 4′ – 2 2/3′ – 2′ – 1 1/3′ 
g”: 4′ – 2 2/3′ – 2′ – 1 1/3′ – 1′

Toetstractuur en registertractuur mechanisch.
Windlade(n) sleeplade
Toonhoogte a’ = 440 Hz
Temperatuur evenredig zwevend
Winddruk 72 mm


Concerten

In deze kerk worden af en toe concerten georganiseerd.

Muziek

Gespeeld door Reinier Korver:
Diverse opnamen in deze kerk

De kerk

Aan de oevers bij een bocht van de rivier de Alm ligt hoog op een zanddonk het dorp Uitwijk. Een typisch dorp met een rondweg daar om heen en een kerk in het midden. Nog steeds een prachtig historisch geheel. 
Het woord ‘wijk’ is afkomstig van het Latijnse woord ‘vicus’ dat dorp of woonplaats betekent. Het woord ‘uit’ is het tegenovergestelde van ‘rijs’ (Rijswijk) Rijs staat voor boven, (zoals op- en neder-Andel) Uitwijk staat dan ook voor de benedenloop van de rivier de Alm. 
Archeologische aardewerkvondsten vertellen ons dat de Uitwijkse bewoningsgeschiedenis teruggaat tot in de Romeinse tijd. We komen Uitwijk voor het eerst tegen in het jaar 800 waar het in de geschriften van het Utrechtse bisdom genoemd wordt.

Het bedehuis kan bogen op een zeer oude geschiedenis, maar ook op een gestadige ontwikkeling van een eenvoudig zaalkerkje tot het huidige gebouw. Met de bouw van de stenen kerk werd rond 1100 begonnen. Omstreeks 1280 werd de kerk in oostelijke richting uitgebreid met het tegenwoordige driezijdig gesloten koor. De in Romaanse stijl opgetrokken kerktoren kwam daarna ongeveer in 1300 gereed. 
Oorspronkelijk moet de toren hoger zijn geweest. De twee geledingen plus een derde deel van een gelid die door zgn. muizentanden gescheiden zijn, wijzen hierop. Zorgvuldige metingen hebben bepaald dat het muurgedeelte van de toren 3,5 meter hoger geweest is. Waarschijnlijk door blikseminslag is de toren in brand geraakt en is het bovenste gelid zodanig beschadigd dat een gedeelte werd afgebroken. Gezien de gebruikte stenen voor de opbouw moet dit omstraaks 1400 zijn geweest. De toren is eigendom van de burgerlijke Gemeente Woudrichem. 

Voor de reformatie was de kerk gewijd aan Onze Lieve Vrouw (OLV) oftewel de maagd Maria. De verslagen van de visitaties van 1571 en 1572 vertellen ons dat het met de parochiele zielszorg slecht gesteld was. De toenmalige pastoor, Walterus Stephani werd door de bisschop ongeschikt verklaard. Waarschijnlijk omdat het in de kerk een wanorde was. Toentertijd stonden er drie altaren. 
Iin 1607 ging de kerk over naar de protestanten. In 1607 kwam nl. Cornelis Frans Polletz van het Stigt als eerste predikant naar Uitwijk. Van het verdere verloop van deze nieuwe tijd weten we weinig maar het schijnt in Uitwijk zonder veel moeilijkheden te zijn verlopen. Onder in de toren bevindt zich het predikantenbord met 44 namen. 

Het interieur 
De preekstoel is na veel speurwerk van dominee Sj. Van der Zee aangekocht in het Fries plaatsje Drachtercompagnie, waar hij stond in een tot scheepswerf omgebouwde kerk. Na de restauratie van 1970 is de preekstoel van het midden naar de zijkant verhuisd zodat er meer plaats kwam voor een liturgisch centrum.
Het avondmaalszilver bestaat uit twee zilveren drinkbekers uit 1708 en een kan en schalen van tin. De zilveren drinkbekers waren oorspronkelijk collectebekers en dragen het opschrift: “Voor den armen van Uijtwijk en Weert Huijsen”.
Het doopvont is Romaans, uit zandsteen gehouwen. Dit doopvont stond oorspronkelijk bij een bewoner van Uitwijk in de tuin als bloembak. Bij de restauratie is het geschonken aan de kerk.
De twee schepenenbanken stonden oorspronkelijk langs de zijmuur rechts in de kerk (nu achterin en in twee stukken verdeeld). Vroeger was het de zitplaats van de gegoede burgerij, nu mag de kerkenraad en de koster er zitten.

Klokkenstoel met klok, diameter 81 cm
In 1618 (jaar van de synode van Dordt) werd de klok hier ter plaatse gegoten door de rondtrekkend klokkengieter Jan Lier van Hembach. De klok draagt het opschrift: “Ick roep om Godens voort te horen, die niet comt die is verloren”. Uit dit opschrift blijkt dat de klok geluid werd om de mensen naar de kerk te roepen. Maar als eigendom (evenals de toren) van de burgerlijke gemeente werd hij ook gebruikt als noodklok, bijv. bij brand. Maar ook als eens op een jaar de grondbezitters, het polderbestuur van de Ingelanden ter vergadering werden geroepen.
Op 27 januari 1943 werd de klok uit de toren geroofd door de Duitse bezetter en vervoerd naar Groningen. Het schip werd gebombardeerd en zonk. Na de oorlog werd het gelicht en kwam de klok naar Uitwijk. Hij werd opgeknapt door Klaas de Graaff en Janus van Lier en opgehangen. Op de verjaardag van Koningin Wilhelmina werd hij feestelijk ingeluid. 
Mechanisch torenuurwerk, Jos van de Kerkhof, met elektrische opwinding, die tot op de dag van vandaag tijd en uur aangeeft, ook het uur van de zondagse erediensten.

In het koor bevinden zich twee grafstenen. De ene van twee kinderen van dominee Van der Beke, die jong gestorven zijn. Het randschrift van de steen is: Dit is de sepulture va Abrahamus Torrentinus (torrentinus is Latijn en betekend snel stromen water=beek) kerckendienaer tot WTWIICK anno 1633.In het midden staat: Hier leggen begraven den eerste sone Abraham van der Beke sterf den 19en MAII 1626 out 6 dagen. Den tweede sone genaemt Abraham van der Beke sterf den 17en November 1632 out 8 weken.
De andere steen vlak voor de preekstoel is van het graf van een schout. Op de steen staat: Hier ley begraven Dingman van Oversteegh, in syn leven schout tot Uitwyck ende dijckheemr van lande van Altenae overleden den 22 februari Anno 1639. Boven deze tekst staat de spreuk: Edell ys hy die edellwercken doet. De bedoeling was dat het een familiegraf zou worden gezien de ruimte die er over is voor andere namen, maar dit is niet gebeurd. Verder is opvallend dat het familiewapen eruit gehakt is, dit waarschijnlijk in 1790 met de Franse revolutie waarvan het adagium was; vrijheid, gelijkheid en broederschap. Verder is nog een helm met gesloten vizier en daarboven op een haan te zien. Daarom heen een mantel geslagen. Van de bloemen die het graf versierden is niet veel over, dit waarschijnlijk omdat de houten vloer over deze steen is gelegd en de punten teveel uitstaken.

In de zuid-oostelijke muur zijn twee nissen zichtbaar. Een grote en een kleine. In vroegere tijd is deze grote nis open geweest met een kleine opening naar buiten. Daarom wordt er wel aan een hagioscoop gedacht. Een hagioscoop is een gat in de muur om het Licht van Christus uit te stralen in de donkere wereld buiten. Het werd gebruikt door bv pestleiders, melaatsen of anderen die niet in de kerk mochten (omdat ze in de ban waren bijv.) toch zicht hebben op het altaar, waar het heilig sacrament bediend wordt Ook is het mogelijk dat het een piscina geweest is. Dit is een wasbak waarin de priester zijn handen wast voor de liturgische handwassing. Het water loopt via een gootje op de gewijde grond van het kerkhof. De andere nis is misschien een sacramentshuisje geweest waar de heilige attributen voor de eucharistie werden opgeborgen.

Info: www.uw-kerk.nl

Info

Er kan hier in overleg door gasten gespeeld worden. Neem contact op met de organist: Hans van Oudheusden, e-mail of tel. 06-25244323.

Foto’s en orgel informatie: Piet Bron.
Fotos pijpwerk: Simon den Hartigh 2005

Laatste actualisatie: 13 januari 2021