Uden – Sint-Petruskerk

Smits-orgel (verloren) Nöhren-orgel Verschueren-koororgel Concerten Muziek Kerk Info

Kerkstraat 26
5401 BE Uden
Locatie op Google Maps


Het verloren Smits-orgel (1850)

Smits bouwde rond 1850 een nieuw orgel met twee klavieren en aangehangen pedaal voor de oude Sint-Petruskerk in Uden. De hier vermelde dispositie is ontleend aan het handschrift Broekhuijsen. 

Dispositie

Hoofdwerk 
Bourdon 16′, Prestant 8′, Holpyp 8′, Prestant 4′, Fluit 4′, Quint 3′, Octaaf 2′, Sesquialter II sterk, Mixtuur III sterk, Trompet 8′ (gedeeld), Clairon 4′.
Positief
Holpyp 8′, Viol di Gamba 8′, Prestant 4′, Fluit 4′, Blokfluit 2′, Kromhoorn 8′ (gedeeld).

Aangehangen pedaal.
Manuaalkoppel.
Tremulant, afsluiting, ventil.

In 1886 is de kerk uitgebrand en is het orgel verloren gegaan.

Het Nöhren-orgel (1906)

Gebouwd in 1906 door Theodorus Nöhren. 
Het instrument is in 1970 gerestaureerd door Verschueren. Deze maakte de tractuur electro-pneumatisch. Adviseur bij de restauratie was Hub. Houët. 
In 2003 is het orgel in verband met een restauratie van het kerkgebouw ingepakt in plastic. Na de restauratie van de kerk is het orgel eveneens gerestaureerd door Nico van Duren. De oorspronkelijke dispositie en de zwelkast zijn hierbij hersteld.

Dispositie

Hoofdwerk 
C-g”’
Zwelwerk 
C-g”’
Prestant 16′
Bourdon 16′
Principiaal 8′
Flûte
Harmonique 8′
Gamba 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Flute Dolce 4′
Nasard 2 2/3′
Octaaf 2′
Cornet III st
Mixtuur III-V st
Trompet 8′ 
Lieblich
Gedeckt 16′
Vioolprestant 8′
Gemshoorn 8′
Quintadeen 8′
Principaal 4′
Flûte Traverse 4′
Piccolo 2′
Larigot 1 1/3′
Sesquialter II st
Clarinet 8′
Pedaal 
C-d’
Koppelingen
speelhulpen
Majorbas 32′
Contrabas 16′ 
Subbas 16′ 
Octaafbas 8′ 
Gedekt 8′ 
Octaaf 4′ 
Ruispijp III st
Bazuin 16′
HW-ZwW
Ped-HW
Ped-ZwW

Vaste combinaties:
(pp – p – mf – f – ff – tutti)
Generaal Crescendo
Automatisch
piano-pedaal
1 vrije combinatie.

Electro-pneumatische kegelladen.

Verschueren-koororgel (1941)

Verschueren bouwde in 1941 een orgel voor de Sint-Josephkerk (Tivolikerk) aan de Heezerweg in Eindhoven. Adviseur was dr. W. Kerssemakers pr. De bedoeling was om het orgel later uit te breiden, waar bij de bouw al rekening mee is gehouden. 
Na oorlogsschade herbouwde Verschueren het als opus 238, echter zonder het uit breiden. Adviseur bij de herbouw was Hub. Houët, die ook de inspeling verzorgde op 29 oktober 1950. In 1955 werd een groot deel van de uitbreidingen uiteindelijk wel gerealiseerd. Het orgel kreeg opusnummer 353 en werd in augustus 1955 opgeleverd. 
Als opus 481 werd het in 1959 voltooid door uitbreiding met een rugpositief, opnieuw geadviseerd door Hub. Houët. Op 15 augustus 1959 is het orgel in gebruik genomen. 
Bij een revisie in 1984 zijn alle membranen vernieuwd. 
In 2004 werd bekend dat de kerk moest worden gesloten. Na een laatste dienst in mei 2005 is het orgel door Nico van Duren gedemonteerd. Het kerkgebouw is enkele jaren later op de toren na afgebroken.

 
Zo stond het orgel opgesteld in Eindhoven. Omdat het orgel in Uden gelijkvloers is geplaatst, is het rugpositief (hier nog centraal aan de balustrade) hoog achteraan gepositioneerd, waardoor het nu een kroonwerk geworden is.

Hierna werd het weer door Nico van Duren opgebouwd in de Sint Petruskerk te Uden, waar het een plaats op het noordertransept kreeg. Het voormalige rugpositief (dat de naam ‘koppelwerk’ draagt) werd als kroonpositief opgesteld. Het orgel is in Uden officieel in gebruik wordt genomen tegelijk met de heringebruikname van het geheel gerestaureerde kerkgebouw op 28 december 2005.

Dispositie

Hoofdwerk 
C-g”’
Zwelwerk 
C-g”’
Bourdon 16′ 
Prestant 8′
Gemshoorn 8′ 
Octaaf 4′ 
Roerfluit 4′
Octaaf 2′
Mixtuur III-IV st 
Cornet V st D
(1955)
Trompet 8′
(1955)




Tolkaan 8′
(1955)*
Bourdon 8′ 
Prestant 4′ 
Blokfluit 4′
Zwitsersepijp 2′
(1955)**
Sesquialter II st
(1955)
Scherp III st
(1955)
Schalmey 8′
(1955)
Tremulant

Koppelwerk
C-g”’
Pedaal
C-f’
Roerfluit 8′
Baarpijp 4′
Prestant 2′
Spitskwint 1 1/3′
Cymbel III st
Dulciaan 8′









Prestant 16′ 
Subbas 16′ 
Zachtbas 16′
-transm
Octaafbas 8′
-unit
Gedektbas 8′
-unit
Prestantbas 4′
-unit
Bazuin 16′ 
Trompet 8′ (1959)
-unit
Klaroen 4′ (1959)
-unit 

Koppelingen:
Hoofdwerk – Zwelwerk
Hoofdwerk – Koppelwerk
Pedaal – Hoofdwerk
Pedaal – Zwelwerk
Pedaal – Koppelwerk
Hoofdwerk – Zwelwerk 16′
Hoofdwerk – Zwelwerk 4’Speelhulpen: 
Vrije combinatie en Tutti.

* De Tolkaan met tremolo (een typisch ‘Verschueren-register’) benadert de zwevende celeste.
** Een zwitserse pijp is een overblazende 2 voet vanaf c’. Dit register heeft karaktertrekken van een piccolo.

 
Foto’s Wim van der Ros 2014 (behalve * foto’s Piet Bron, 24 augustus 2005) 

*

Nico van Duren: 
“Mijn taak was het veranderen van de windvoorziening en alle werkzaamheden daarmee verband houdend.
De windkoker is tegen de achterwand aan geplaatst aan de buitenkant.
De regulateur (boven achter het positief) is een kwartslag gedraaid.
Er is nog voldoende ruimte tussen de achterkant van het orgel en de muur.
Verder is de bekabeling vernieuwd van het kroonwerk en van het pedaal.
De windladen zijn aan de bovenkant hersteld (papier en pakkingen), alle manchetten en windkokerpakkingen zijn vernieuwd.
De membranen zijn niet vernieuwd, omdat die nog wel een paar jaar mee kunnen.
Het pijpwerk is schoongemaakt en opgevormd. Ook de stevels van de bazuinbekers die doorgezakt waren zijn opgevormd en verstevigd.
Verder is er een nieuwe console gemaakt voor het beeld en een toplijst gemaakt voor het zwelwerk. Ook zijn de wanden aan de voorkant van de zwelkast verdubbeld. Mede door de massa op het dak van de zwelkast werkt de zwelkast voortreffelijk. Het verschil tussen Piano en Forte is indrukwekkend geworden.

*

Verder is het Mariabeeld in de plaats gekomen van de plaquette die in Eindhoven was bevestigd op de plek waar de pijpen loos zijn.
De plaquette betrof een cadeau dat Richard Kroes (de organist uit Eindhoven) had gekregen destijds voor zijn jubileum, samen met het nieuwe rugpositief. (1973) Maria is geplaatst omdat het Maria-altaar zich nog achter het orgel bevindt.
De bruidsparen kunnen nu tegelijkertijd het orgel bewonderen als ze een gebed doen voor hun huwelijksmis. Dat is mooi meegenomen!
Caecilia heeft het dus moeten afleggen deze keer……. De pijpen achter Maria zijn stom en hebben zelfs geen labia. Gewoon ronde buizen met een voet…

De Prestant 16 op het pedaal ‘snort’ heel aardig, maar is natuurlijk niet zo snel als een violon met rolbaard.
Als uitkomende stem om de Flute Harmonique te imiteren is de Blokfluit 4 uitermate geschikt.
Maar………..Bach spelen gaat feitelijk nog het beste, zo liet Leon van den Brand, een beroepsorganist, mij weten. Maar ja………Bach op een electropneumaat wordt door de ‘historici’ natuurlijk nauwelijks gewaardeerd……..
En het orgel staat ook nog eens gewoon gelijkzwevend gestemd en het koor kun je er ook al zeer goed mee begeleiden. En concerten zijn ook al goed mogelijk.
Tja…. zullen de meesten ‘kenners’ wel weer roepen….. “Wat moet je met zo’n ding?” Het ‘ding’ steekt in ieder geval goed in elkaar.”

‘Jotteren’ kun je er niet op want de windvoorziening is dermate goed dat het niemand echt zal lukken om de wind uit balans te krijgen.
Van windsnoeperij van het pijpwerk onderling is geen sprake.
Prestant 16 op eigen lade.
Subbas op eigen lade.
Bazuin 16, 8 en 4 op eigen lade.
Bourdon 16 op eigen lade.
Octaafbas op eigen lade.
Prestant 8 Hoofdwerk op eigen lade (tot f’).
Prestant 4 Hoofdwerk op eigen lade (tot c’).
Dan bestaat het zwelwerk ook nog eens uit 2 aparte laden.
De 8′ registers staan op een zelfstandige lade.

De werkzaamheden die nodig waren om het orgel te verplaatsen van Eindhoven naar Uden: door twee vrijwilligers uit de parochie is een geheel nieuwe houten achterwand gemaakt met aan de achterkant twee verdiepingen om bij het voormalige rugpositief te komen, dat nu een kroonwerk is geworden.
Verder zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd door de twee vaklui vrijwilligers: zwelkastwand aan de voorkant verdubbeld, aanpassingen zwelkastdak t.b.v plaatsing rugpositief, podium gemaakt (komt overigens ook uit Eindhoven).

Bron van tekst over deze restauratie op ‘Organist Forum’.

Concerten

In deze kerk worden doorgaans geen concerten georganiseerd.

Muziek

De beide orgels waren onderdeel van de voorjaarsexcursie van de Brabantse Orgelfederatie op zaterdag 17 mei 2014. Daarbij werden ook opnamen gemaakt en op cd vastgelegd.
Klik hier voor meer info over deze excursie

De kerk

In het huidige Brabant bekeerden de missionarissen Willibrord en Lambertus de plaatselijke bevolking tot het Christendom. Gedurende deze kerstening werd rond het jaar 750 in de kern van Uden het eerste houten Christelijke kerkje gebouwd.
Vijf en een half eeuw later werd medio 1300 de eerste stenen parochiekerk gebouwd, gewijd aan Sint-Petrus Stoel van Antiochië. 
De oudste klok, gewijd aan O.L.Vrouw dateert 1300; latere klokken zijn van 1443 (St.-Pieter) en 1484 (Jezus Nazarenus).
In 1571 deelt Bisschop Metsius van Bisdom ‘s-Hertogenbosch tijdens een synode Uden en Ravenstein in bij het dekenaat Oss.
Godsdienstvrijheid verkrijgt Uden in 1631 als onderdeel van het Land van Ravenstein.
De eerste parochiekerk brandde op zondagmiddag 4 april 1886 volledig af. 

Afb. boven: de restanten van de oiude Sint-Petruskerk. De torenspits met de klokken en het dak van het middenschip zijn ingestort. 
In de ruïne van de fundamenten wordt een runensteen met de tekst “WOT” gevonden. Het oorlogskerkhof (Uden War Cemetry) ligt nu op deze plaats. 
Op initiatief van de Heemkundekring Uden zijn de contouren van de oude kerk met stenen op de grond aangegeven. 

De nieuwe kerk (1887)
In 1887 bouwt pastoor Spierings een nieuwe Sint-Petruskerk op een andere locatie aan de Kerkstraat. Architect is Carl Weber*. 
Bisschop Godschalk wijdt de kerk op 13-14 april 1890.

* Zie ook de Brigidakerk in Geldrop. 

www.parochiesintpetrus.nl

Info 

Foto’s Wim van der Ros 2014 (behalve * foto’s Piet Bron, 24 augustus 2005)