Macharen – Sint-Petrus’ bandenkerk

Orgel Concerten Orgelkring Kerk Info

Kerkstraat 3
5367 AE Macharen (Gemeente Oss)
Locatie op Google Maps

Het Van Deventer-Smits-orgel (1755-1866)

In 1754/1755 maakte Matthijs van Deventer een klein orgel met één klavier en negen stemmen. Op de lade was nog een plaats over zonder sleep, en er was een plaats voorbereid voor een Trompet 8′. Rond 1860 werd de kerk verbouwd en aanzienlijk uitgebreid in neogotische stijl. Smits kreeg in 1865 de opdracht het orgel te restaureren en uit te breiden met een tweede klavier. De oude windlade werd door hem als onderpositief gebruikt, door dit een kwartslag te draaien. De firma J. Peskens uit Oss maakte een nieuwe orgelkas in neogotische stijl. In 1970 werd het orgel door Gebroeders Vermeulen uit Weert gerestaureerd onder advies van Hans van der Harst. Op 5 juli 1970 kon het orgel weer in gebruik worden genomen, bij welke gelegenheid het door Hans van der Harst werd bespeeld. Deze drie stemmen worden in andere opgaven niet gemeld.


Foto’s Maarten Rog

Dispositie

Hoofdwerk C-f”’ Bovenwerk
Bourdon 16′ B/D -1866
Prestant 8′
Holpijp 8′
Fugara 8′ D -1866
Prestant 4′
Octaaf 2′
Mixtuur II st (1 1/2′) -1866
Trompet 8′ B/D -1866
_________________________
Pedaal C-f
Aangehangen aan
Hoofdwerk
Holpijp 8′
Salicet 8′ D -1866
Prestant 4′ B/D
Fluit 4′
Picolo 2′
Mixtuur III st (1′)
Cornet II st D -1755
Euphone 8′ B/D -1866




Toetstractuur mechanisch. 
Registertractuur mechanisch. 
Windlade(n) sleeplade.

Vulstem samenstelling:
Mixtuur II sterk (Hoofdwerk) C: 1 1/2′ – 1′. c: 2′ – 1 1/2′. c’: 3′ – 2′. c”: 4′ – 3′. 
Mixtuur III sterk (Positief) C: 1′ – 2/3′ – 1/2′. cis: 1 1/2′ – 1′ – 2/3′. cis’: 2′ – 1 1/2′ – 1′. 
Cornet II sterk discant (Positief) c’: 3′ – 1 3/5′. 





Gegevens: Piet Bron 2008

Concerten

Zondag 8 oktober 2023
Aanvang 16:00 uur tot 17:30 uur.
Gratis toegang met vrijwillige bijdrage
Erika Tieleman, orgel
Frans Jespers, lezing ‘Wat maakt Smits-orgels zo uniek?’

De lezing heeft als titel: Wat maakt de Smits-orgels zo uniek? In de lezing zet Frans Jespers uiteen dat het unieke van de Smits-orgels zit in de combinatie van bijzondere fronten en bijzondere klanken. Die bijzondere fronten komen maar op een paar plaatsen erg uitgesproken voor, op andere iets minder en op sommige plaatsen zijn de fronten weinig opzienbarend. Met de bijzondere fronten zoals in Boxtel, St. Oedenrode, Rosmalen, Schijndel en Oirschot behoort Frans Smits I tot de belangrijkste ontwerpers in Nederland van de 19de eeuw. Hierbij gebruikte hij het front van het Nolting-orgel in Nijmegen als model. De bijzondere klanken behoren bij een dispositiepatroon dat Frans Smits I opstelde in 1843 en dat hij realiseerde met wijde pijpmensuren en een eigenaardige, nogal traditionele intonatietechniek zonder toepassing van kernprikken. Hierdoor ontstond de typische fluwelige prestantenklank en de donkere gedektenklank. Daarbij paste hij de Franse bouwwijze van tongwerken toe, die een volle en enigszins ruige toon van de Trompetten oplevert. De bedoeling van Frans Smits was om romantische orgels te bouwen, wat je vroege Brabantse romantiek kunt noemen. Net zoals bij de orgelfronten is ook de klank nogal karakteristiek en herkenbaar. Het gevolg is wel dat je niet zomaar alle literatuur op Smits-orgels kunt spelen.

Orgelkring F.C. Smits

Deze kring organiseert hier soms een concert.

De kerk

In 1107 wordt melding gemaakt van de ‘altare in Machera’. Deze ‘altare’ of kerk valt onder de bezittingen van de benedictijnenabdij in St.-Truiden (B die uitgestrekte landerijen in Zuid-Nederland bezit. Het is vrijwel zeker dat de benedictijnen betrokken waren bij de stichting van de kerk in Macharen.
Macharen behoorde, net als Haren en Teeffelen, bestuurlijk tot het graafschap Megen. In de zeventiende en achttiende eeuw kan door de soevereiniteit van het graafschap de katholieke godsdienst vrij uitgeoefend worden, ondanks de Reformatie in nabijgelegen streken, met als gevolg een toeloop van katholieken uit de omgeving. Ook de plaatselijke devotie tot de H. Odrada, patrones tegen veeziekten, trekt gelovigen aan. Van eind zeventiende tot midden twintigste eeuw is Macharen een regionaal bedevaartsoord. De Odradakapel staat op de plaats waar zich tot 1594 een Nicolaaskapel bevond, ook wel aangeduid als ‘capella castralis’, kapel van het kasteel. Vermoedelijk gaat het om een landgoed uit de tiende eeuw dat toebehoorde aan het bisdom Keulen.

Van de middeleeuwse kerk is alleen de toren bewaard gebleven. Deze is in 1862 verhoogd met een klokkenverdieping en een naaldspits. Tevens is toen begonnen met de bouw van de huidige neogotische kerk. Het betreft een zaalkerk (schip zonder zijbeuken) naar ontwerp van H. van Tulder, met een driezijdige apsis en gestukadoord houten gewelf. De middeleeuwse toren heeft een versiering van spaarvelden (ondiepe, blinde nissen in de muur).
Architect Hendrik Jacobus van Tulder (1819-1903) studeert rond 1840 aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Hij bouwt een groot aantal kerken, vooral in het bisdom ’s-Hertogenbosch.

Het interieur van de kerk is gerestaureerd. De muren waren geel en de gewelven steenrood zoals op de foto van Piet Bron uit 2008 hieronder te zien is. Deze zijn daarna gewit.

Info

Laatste actualisatie 04 november 2020