Diessen – Sint-Willibrorduskerk

Hoofdorgel Kistorgel Concerten Sweelinck Festival Muziek Orgelkring Kerk Info

Kerksingel 1
5087 BT Diessen
Locatie op google/maps

Het Van Hirtum-orgel (1859/1860)



Het orgel werd in 1860 gebouwd door de orgelmaker Bernard Petrus van Hirtum (1792-1875), die o.a. orgels bouwde voor Hilvarenbeek (1843), Cuijk (1830) en ’s-Grevelduin-Capelle (1823). De bouwsom voor Van Hirtum bedroeg 3.300 gulden. Volgens het contract zou het orgel de volgende dispositie krijgen:

Manuaal
linkerhand of Bas 
Manuaal
rechterhand of Discant 
Bourdon 16
Holpijp 8′
Fluit 4′
Quintfluit 3′ 
Mixteur III
Trompet 8′ B
Præstant 8′ 
Viooldigambas 8′ 
Octaaf 4′
Superoctaaf 2′ 
Trompet 8′ D
Ventil
Posetief
linkerhand of Bas
Posetief
rechterhand of Discant 
Holpijp 8′ 
Fluit 4′
Waltfluit 2′ 
Koppeling


Flutravers 8′ (D) 
Præstant 4′
Octaaf 2′
Cornet 3 st (D) 


De beoogde omvang van de handklavieren was C-f3, die van het aangehangen pedaal C-c1. 
Zowel voor de kas als de spaanbalgen hanteerde Van Hirtum de Rijnlandsche maat van 12 duijm in een voet. Volgens het contract zouden de drie spaanbalgen (met één vouw) zes en een halve voet lang en drie voet en tien duim breed zijn. Interessant is ook de toevoeging met 33 graden wind. 
Het pedaal kreeg echter i.p.v. 25 tonen een omvang van C-f (18 tonen). 
Uit overlevering wordt aangenomen dat A. Vingerhoets, een leerling van Van Hirtum die de orgelmakerij na het overlijden van Van Hirtum voortzette, rond 1880 o.a. de dispositie heeft gewijzigd, de toonhoogte verhoogd en kernsteken heeft aangebracht. In 1903 zou Gebr. Franssen uit Roermond twee nieuwe strijkende registers op het Positief hebben geplaatst (mogelijk in de plaats van de Octaaf 2 vt en de Cornet). 


Details van het prachtige snijwerk uit het front. 

1937
In 1937 werd het orgel, mede i.v.m. aanpassing van het portaal, vanuit de balustrade naar achteren geplaatst. De drie spaanbalgen werden vervangen door een magazijnbalg. De klaviatuur, die aan de achterzijde was geplaatst, werd nu aan de voorzijde aangelegd, waarbij het front van het positief gewijzigd moest worden en hoger geplaatst werd. De laden van het Positief werden vervangen door nieuwe laden (met pneumatische tractuur!). Uiteraard werden de mechanieken drastisch gewijzigd. Het orgelbalkon werd een stuk naar achteren in de toren doorgetrokken, zodat hier in de torenruimte de windmotor geplaatst zou kunnen worden. De Trompet 8 vt van het Manuaal werd vervangen door een ander 18e eeuws exemplaar. Het groot octaaf van de Viola de Gamba 8 vt werd verwijderd terwijl op het Positief de Fluittravers D 8 vt verdween. 

1976
Namens de KKOR stelde Hans van der Harst in 1972 een rapport op over het orgel. Dit leidde uiteindelijk tot een restauratie in 1976. Daarbij werd het orgel weer in de balustrade geplaatst en het onderpositief aan de hand van de oorspronkelijke ontwerptekening gereconstrueerd. De klaviatuur werd aan de achterzijde herplaatst en er werden nieuwe mechanische sleepladen voor het Positief vervaardigd. De oorspronkelijke dispositie was toen niet precies bekend en naar analogie van Hilvarenbeek werden op het Positief een Sesquialter D 2 st en een Quint B 1 ½ vt geplaatst i.p.v. een Cornet D 3 st. Het oorspronkelijke pijpwerk kwam weer op zijn oude plaats te staan, waarbij de 18e eeuwse Trompet gehandhaafd bleef. Ook de windvoorziening uit 1937 bleef gehandhaafd. De toonhoogte werd verlaagd naar a = 415 Hz. 
Nadat men in 1977 kennis had genomen van de oorspronkelijke dispositie werden de Quint 1 1/2′ (B) en Sesquialter II (D) van het Positief gewijzigd in een Cornet III (D) door toevoeging van een koor aan de Sesquialter. Ook werden toen de bekers van de Trompet 8 vt verlengd. 

 

De speeltafel  en het kistpedaal

Restauratie 2011
Bij het oorspronkelijke plan van 2007 voor groot onderhoud wegens vervuiling en slechte aanspraak van veel pijpwerk, lag het ook in de bedoeling de oorspronkelijke windvoorziening te reconstrueren, een nieuwe Cornet te vervaardigen in passende factuur, en een onderzoek te doen naar de toonhoogte.
Vanwege slechte klimatologische omstandigheden in de daarna volgende jaren was er ernstige droogteschade ontstaan aan o.a. de windlades. Daarvan was ook sprake tijdens de voorjaarsexcursie van de BOF in 2010. De nu uitgevoerde restauratie behelsde dan ook meer dan in 2007 was voorzien. De nieuwe balgenstoel met drie spaanbalgen met één vouw werd vervaardigd naar de maatvoering in het contract met Van Hirtum en de gegevens in de Kronyk. Deze balgenstoel kreeg weer zijn plaats achter het orgel op de orgelzolder. Er werden naar de oorspronkelijke aanleg nieuwe windkanalen aangelegd. 

 

De balgenstoel voor drie spaanbalgen in aanbouw.

Door een niet geheel juiste reconstructie van de onderkas in 1976 was een ernstige verzakking ontstaan waarbij ook de liggers van de hoofdwerkladen verzakten en de windladen krom waren getrokken. Nu werden met een ijzeren verbinding op de balken van het orgelbalkon de stijlen van de hoofdwerkkas gefixeerd op de juiste hoogte en de kas waar nodig hersteld. 
In 1976 waren op de hoofdwerkladen platen verlijmd, welke nu door de droogte waren losgelaten. Ventielen sloten niet meer goed en pulpeten waren gescheurd. Ook bleken boringen van de bas van de Prestant, Bourdon en Holpijp vergroot om deze registers krachtiger te doen klinken. Deze laden zijn geheel uiteen genomen, inclusief scheien en raamwerk, geheel opnieuw verlijmd en gevlakt en opnieuw beleerd. Na herstel van de pulpetenplank zijn nieuwe pulpeten aangebracht. Het pijpwerk heeft zijn oorspronkelijke plaats herkregen. 
De lade van het Positief uit 1976 (nieuw gemaakt naar Hilvarenbeek) is gerestaureerd. Nu werd o.a. de pulpetenplank aangepast naar Van Hirtum, terwijl de ventielen na vlakking voorzien werden van nieuw leer. Daar de conducten door lood-erosie bij demontage volledig waren vergaan, zijn nieuwe loden conducten aangebracht. 
Bij de huidige restauratie en deels reconstructie van de mechanieken werden o.a. kromgetrokken toetsen gericht, draaipunten gerestaureerd en onder meer de lederen moeren vervangen. Ook de te korte veren van het Positief werden vervangen. 
Ook qua klankopbouw moest er bij deze restauratie veel gebeuren. Vooral in de bas spraken veel pijpen slecht aan, terwijl veel houten pijpwerk in slechte conditie was vanwege de droogte. Ook waren in 1976 ijzeren spijkers toegepast die geheel verroest bleken. Bij het houten pijpwerk werden deze verwijderd en naden en scheuren gelijmd.
De Cornet is nieuw gemaakt naar de Van Hirtum-factuur van Hilvarenbeek. 
De aangetroffen toonhoogte van a’ = 415 Hz. was niet conform hetgeen in Hilvarenbeek als origineel bleek te moeten aangemerkt en zoals Gregoir schreef: “Al zijn instrumenten zijn een toon lager dan de orkesttoon.” Daarom werd evenals in Hilvarenbeek teruggegaan naar een toonhoogte van a’ = 390 Hz. Daartoe werd het pijpwerk waar nodig verlengd.



Veel voetopeningen zijn ooit verkleind en er waren veel kernsteken toegepast. De voetopeningen zijn gebracht naar de verhoudingen conform die in Hilvarenbeek, en kernsteken werden voor zover mogelijk uitgewreven. 
Naar ervaringen in Hilvarenbeek is op basis van proeven de winddruk op 63 mm Wk gebracht, waardoor de draagkracht is verbeterd en het klankpalet betere verhoudingen kent. Gekozen is voor de stemming naar Valotti. 


Afb.links: de windladen van het hoofdwerk geplaatst.
Rechts: Met een takel werd het Positief in het front geplaatst. 


De mechanieken van de registertrekkers en van de toetsen. Rechtsonder de Positief-lade. 

In november 2011 voltooide orgelmaker Hans van Rossum de restauratie van het Van Hirtum-orgel in Diessen. Dit gebeurde onder advies van Rogér van Dijk, lid van het College van Orgeladviseurs Nederland.  

Dispositie

Hoofdwerk
C-f”’  manuaal II
Onderpositief
C-f”’ manuaal I 
Bourdon 16′  1859
Præstant 8′  1859
Holpyp 8′  1859
Viola di Gamba 8′ 1859/1976
Octaaf 4′ 1859/1976 
Fluit 4′ 1859
Quintfluit 3′  1976
Super-octaaf 2′ 1859
Mixtuur III 1′ 1859
Trompet 8′ (B/D) 18de eeuws/2011

Holpyp 8′  1859
Fluittravers 8′ (D)  1976
Præstant 4′ 1859
Fluit 4′ 1859
Octaaf 2′ 1859
Waltfluit 2′ 1859
Cornet III st (D) 2011
________________________
Kistpedaal. C-fº
Aangehangen
aan hoofdwerk 

Ventiel
Drukkoppel manualen 
Geen tremulant 
Deling bas/discant: bº-c’ 
Stemming naar Valotti.

Fotografie van restauratie 2011 en tekst: Wim van der Ros. 

Klop-kistorgel (2017)

De kerk beschikt sinds 2017 over een kistorgel, nieuw gebouwd door Gerrit Klop uit Garderen. De dispositie is Gedekt 8′ en Fluit 4′. Beide registers zijn gedeeld in bas en disc. 

Concerten 

Zaterdag 29 juli 2024
Orgeltocht Diessen-Hilvarenbeek
Vrijwillige bijdrage (inclusief nazit)
Ad van Sleuwen & Jac Peeters, orgel

Diessen – Sint-Willibrorduskerk
Aanvang 14:00 uur

Hilvarenbeek – Sint-Petruskerk
Aanvang 15:00 uur

Muziek

 

Brabants Orgelrijkdom VI 
‘Drie Van Hirtum-orgels’ 
‘BOF 201001’ 
Met schola bestaande uit: Stephan van der Maas, Jacques Peeters, Martien van Woerkum
Gespeeld door Ad van Sleuwen, 12 april 2010)
G. Benda (1722-1795): Sonate in a klt. (1780) – Presto 

J. K. Kuchar (1751-1829): Fantasie in d klt.
F.J. Fétis (1784-1871): Kyrie uit “Messe solennels majeurs” – Kyrie 1: Allegro moderato (1840)

YouTube

J. H. Buttstedt: Gottes Sohn ist kommen (8:19)

Ook gespeeld door Reinier Korver:
J.N. Hanff: Wär Gott nicht mit uns diese Zeit (5:18)
J.S. Bach: Partita: “O Gott, du frommer Gott” (20:44)
J.S. Bach: Wo soll ich fliehen hin (6:40)

Stichting Orgelkring Midden-Brabant

Het bestuur van de stichting bestaat uit: 
Hans Schaaf (voorzitter), 
Ad van Sleuwen (vicevoorzitter),
Leo de Laat (secretaris, penningmeester), 
Rob Nederlof, 
Gerrit Janssen, 
Lia Timmermans.

Meer info kunt u vinden op www.orgelkringmiddenbrabant.nl

Deze organisatie is vertegenwoordigd bij of lid van de Brabantse Orgelfederatie.

De kerk

 

Sint-Willibrordus in de voorgevel.

De parochiekerk van Diessen is toegewijd aan de heilige Willibrordus (658-739). De oudste schriftelijke vermelding van een kapel of kerkje dateert uit 1069 waarin paus Alexander II (?-1073) schenkingen aan de abdij van Echternach, opgericht door Sint Willebrord, bekrachtigd. Hieruit blijkt dat er in de 11e eeuw in Diessen (maar ook in Waalre, Bakel, en Deurne) een kapel of kerk stond. Uit een geschrift van de abdij van Echternach blijkt dat er in 1161 een ‘Basilica’ was te Diessen. Tussen 1175 en 1233 kwam Diessen als parochie los van de abdij. In 1234 wordt de parochiekerk van Diessen vernoemd in een pauselijke bul, men spreekt dan van een capella de Dissen. Gerardus van Blondelaer werd de eerste pastoor van Diessen. Wanneer de eerste stenen kerk werd gebouwd is moeilijk te achterhalen. Het oudste deel van de kerk, het priesterkoor, dateert van eind 1300. Mogelijk is in 1450 het kerkgebouw door het huidige vervangen, de toren stamt van begin 1500. 
In het begin van het tweede kwartaal van de 16e eeuw is de toren gebouwd en het schip uitgebreid met een travee, te zien aan de bouwnaad in de westmuur. De huidige kerk bestaat uit een schip van 3 beuken, met een houten tongewelf, onder een zadeldak gedekt met leien. 

Bij de vrede van Münster werd de grote kerk van Diessen op 29 juni 1648 ontruimd, de altaren en beelden werden zoveel mogelijk elders ondergebracht. Daags na de ontruiming werd het gebouw door Staatsen in gebruik genomen. Deze lieten het dienst doen als schoolgebouw en opslagplaats en werd een gedeelte verhuurd. In 1759 plaatsen de gereformeerden een doopvont in de kerk van Diessen, aangkocht voor 9 gulden en 16 stuivers.

Op 25 oktober 1798 werd er te Diessen gestemd voor teruggave van de kerk aan de roomsen. Voor waren 178 stemmen, tegen waren de gereformeerde schoolmeester Adriaan Bosson, zijn vrouw en schoonzuster. Zo ging de kerk terug naar de roomsen. De storm van 9 november 1800 heeft veel schade aangericht aan de kerk en de toren. In 1820, had het parochiebestuur van de staat 2250 gulden ontvangen voor herstel van de kerk. 

 

Het neobarokke hoofdaltaar.



In 1836 hebben er herstellingwerkzaamheden plaats gevonden aan het kerkgebouw, waarbij de ramen zijn vergroot en voorzien van half wit glas, de kerk werd versierd met een nieuw gestukadoord interieur in een barokke bouwtrant. 
In 1902 werd een sacristie tegen de noordzijde van het priesterkoor gebouwd. Eerder waren er zelfs plannen gemaakt om de kerk te slopen en een nieuwe kerk in modernere stijl tegen de toren te bouwen.



Bij de restauratie van de kerk van 1970 tot 1972 is het dak er geheel af geweest. Het gehavende houten tongewelf is toen hersteld.
In 2005 zijn er ijzeren poorten aangebracht bij de deuren tussen de kerk en toren opdat bezoekers van de dagkapel ook zicht hebben op het interieur van de kerk. 





De Diessense kerk en toren hebben door de eeuwen heen het oorspronkelijke uiterlijk behouden. Het is een nog steeds een pseudobasiliek van baksteen met een open houten overkapping.

Fotografie: Wijtse Rodenburg 2010. 

Bron kerkinformatie: Ad Hoozemans.



Info

Fotografie: Wim van der Ros, Wijtse Rodenburg.

Laatste actualisatie: 12 jan.2021