Verrijt, Jan Baptist. (1600 ? – 1650)

Joannes (Jan) Baptist Verrijt werd rond 1602 geboren in Oirschot. Vanaf 1627 was hij organist aan de Sint-Maartenskerk in Weert. Niet lang daarna wordt hij organist in de kapittelkerk van Thorn. In 1636 werd hij als organist benoemd aan de Sint-Pieterskerk en tevens stadsmusicus te Leuven.

‘s-Hertogenbosch
Toen in 1640 in ‘s-Hertogenbosch een organist werd gezocht adviseerde het ‘college der musichiens, liefhebbers van de musieck’ om Verrijt te benaderen.

‘s-Hertogenbosch, Sint-Janskathedraal in 1632. Midden links: de achterkant van het koororgel op het oksaal, getekend door Pieter Saenredam. Op de achtergrond zijn stukjes van de boven- en onderkant van het toen nieuwe ‘groot orgel’ net zichtbaar. Pen, aquarel en zwart krijt. Lyon, Musée Lyonnais des Arts Décoratifs.

Aangezien het Leuvense orgel in slechte staat verkeerde en het ‘groot orgel’ van de Sint-Janskerk (de tegenwoordige Sint-Janskathedraal) tot de beste van het land werd gerekend, wilde Verrijt wel. Verrijt werd verkozen, mede omdat hij excelleerde in het onderdeel lang- en clavecimbelspel, wat van belang werd geacht voor de maaltijden en ontvangsten in het Bossche stadhuis. Een probleem was zijn katholieke status. Maar de benoeming in ‘s-Hertogenbosch was Verrijt wel een gereformeerde belijdenis waard. Het was ook de uitdrukkelijke wens van het Bossche stadsbestuur het carillon door een kundig beiaardier te laten bespelen. Daarom moest Verrijt in Utrecht lessen nemen bij de ‘wijt beroemde en hoog geagte musicijn’ Jacob van Eijck. Daarbij moest Verrijt zijn tijd daar zo nuttig besteden en ook ‘wat te oeffenen op de Fleute’. De blind geboren van Eijck was een getalenteerd fluitist…

Rotterdam
In 1642 kreeg Verrijt het toezicht op de bouw van het nieuwe orgel in de Rotterdamse Sint-Laurenskerk. De bouwer, Hans Goltfuss, had hij al in 1631 ontmoet toen deze aan het orgel van de Sint-Petruskerk in Oirschot arbeidde. Nadien werkte Goltfuss onder meer aan het orgel van de Bossche Sint-Janskerk, al moest hij de stad in 1634 met smaad overladen verlaten, omdat hij bij het herstel van het orgel ernstige fouten zou hebben gemaakt. Dat het stadsbestuur van Rotterdam Verrijt dus vroeg om stadsorganist te worden van de Sint- Laurenskerk ligt voor de hand. Dat ze hem graag wilden hebben, blijkt uit zijn zeer royale verdiensten: maar liefst 900 gulden per jaar!

Composities

Er is maar één bundel muziek van Verrijt bewaard gebleven, de Flammae divinae uit 1649, met achttien motetten en twee missen voor twee tot drie stemmen en basso continuo. Deze stukken zijn geschreven in de destijds gangbare Italiaanse concertato-stijl, voor solostemmen en continuo, en hebben een sterk polyfone inslag. De teksten zijn duidelijk van katholieke signatuur.

Currite, pastores (Eerste bladzijde van partituur, klikken)
Duo cantus vel tenores.

Uit Flammae divinae uit 1649. 
Uitgave ‘Monumenta musica Neerlandica’ deel XVI, van de Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis, Amsterdam, 1985 

Bron tekst: Wikipedia 2020 

Laatste actualisatie: 14 februari 2020

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Componisten