Manneke, Daan

Daan Manneke (Kruiningen, 7 november 1939)

Franse onderscheiding 2018 voor Nederlandse toonkunstenaars Daan Manneke

In 2018 zijn twee Nederlandse toonkunstnaars onderscheiden door de Franse Société Académique d’Education et d’ Encouragement Arts-Sciences-Lettres te Parijs. Naast organist Ad van Sleuwen, die is onderscheiden met de vergulde medaille (Médaille de Vermeil) werd Daan Manneke onderscheiden met de zilveren medaille (Médaille d’Argent). Deze erkenning kwam hem toe vanwege zijn verdiensten voor de Franse muziek en cultuur.
De onderscheiding is op zaterdag 2 juni a.s. tijdens een officiële en feestelijke bijeenkomst te Parijs uitgereikt. In Nederland zal de officiële uitreiking plaatsvinden op zaterdagmiddag 29 september a.s. in de Sint-Petruskerk te Hilvarenbeek. Dit zal gebeuren door Susanna Veerman, gedelegeerde van de Société Académique in Nederland. Deze plechtigheid zal omlijst worden door een feestelijk concert en receptie.

Interview met Daan Manneke, 2012 

Valt een steen uit de muur… 

Een interview met Daan Manneke betekent praten met een gedreven musicus. Vragen stellen is nauwelijks nodig, goed luisteren des te meer. Tijdens ons gesprek ontstaat het beeld van een componist, wiens muzikale taal gevoed wordt door het telkens stellen van de vraag “wat is hier nodig” en door spontane creatieve invallen. In de tijd dat hij nog als organist actief was, improviseerde hij veelvuldig. Iedereen die weleens improviseert weet dat een spontane inval altijd een gevolg moet hebben in het verloop van een improvisatie, met de vraag “wat is er nu nodig”, daar kan je mee thuiskomen. Die improvisaties zullen voor Daan Manneke ongetwijfeld een belangrijke voedingsbodem zijn geweest voor zijn activiteit als componist. Een bezoek aan de website www.daanmanneke.nl is beslist de moeite waard. Een biografie, discografie, overzicht van composities en interessante artikelen geven een goed beeld van Daan Manneke, daarnaar verwijs ik graag. In dit artikel gaat het vooral over de componist en zijn werkwijze. 
In 2010 was hij een van de inzenders van composities voor het door de Brabantse Orgelfederatie georganiseerde Festival Nieuwe Muziek te Eindhoven. Daar kon het publiek enkele van zijn composities beluisteren, het Agnus Dei en Organum. 

Componist en invloeden 
Een componist als Manneke is duidelijk gevormd door allerlei facetten uit het verleden. Improvisatie werd al genoemd, maar verder valt nog te vermelden het feit dat hij is opgegroeid in een kerkelijk milieu waar de Psalmen werden gezongen op hele tonen in een gedragen tempo, hetgeen hij in zijn jeugd als iets emotioneels onderging. De Bijbel in de Statenvertaling, de taal ervan, nog steeds spreekt hij daarover als iets speciaals, dat zijn bronnen die beklijven. Later interesseert hij zich ook voor architectuur en vooral poëzie. Gezelle, Rimbaud, Verlaine, zomaar enkele dichters die hij een warm hart toedraagt. Natuurlijk zijn ook de leraren van groot belang geweest, zonder de anderen te kort te doen heeft Ton de Leeuw een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van Manneke. Andere componisten die voor hem een inspiratiebron vormen zijn onder andere Josquin Desprez, Johann Sebastian Bach, Igor Stravinsky en Olivier Messiaen. Wie de muziek van Manneke kent weet dat er geen sprake is van navolgen, wel van bewondering voor hun oorspronkelijkheid en genialiteit, 

Componist en techniek
Veel van Manneke’s composities ontstonden vanuit een opdracht. Wat gebeurt er dan na zo’n opdracht, waar komt de inspiratie vandaan, welke elementen gaan een rol spelen? Vragen waarvoor de componist uitgebreid de tijd neemt, hij laat me iets voelen en proeven van datgene wat voor hem essentieel is. “Wat is nodig” voor dit bepaalde stuk, in welke omgeving gaat het klinken, welke instrumenten en hoe schrijf je daarvoor, tijdsduur, maar vooral, er moet iets gebeuren wat boeit. Dat betekent voor elk stuk een flinke investering, ook in tijd. De omgeving waar de muziek gaat klinken bepaalt heel sterk de ruimtelijkheid van een compositie en de wijze waarop je gebruik maakt van die ruimte. Ruimte is voor Manneke een van de wezenlijke elementen, een stuk voor een orgelpositief in een kleine, droge ruimte pak je anders aan dan een stuk voor een symfonisch orgel in een kathedraal. Voor welk instrument je ook schrijft, het moet speelbaar zijn, een fluit moet je als fluit laten klinken, niet zo manipuleren dat er iets ontstaat wat niet meer op een fluit lijkt. Het woord “klinkbaarheid” neemt hij in dit kader in de mond. Veel aandacht besteedt Manneke aan de tijdsduur van stukken en van de onderdelen ervan, hij houdt uitdrukkelijk rekening met het hoorvermogen van de luisteraar. Binnen elk stuk moet er voldoende afwisseling zijn, onderdelen moeten niet al te lang duren, het oor moet ook wakker kunnen worden. Elementen als lang/kort, luid/zacht, dicht/dun moeten allen in proportie zijn. 

Componist en vormgeving
In de muziekgeschiedenis zijn vormen en structuren gegroeid, waar componisten eeuwen lang mee hebben gewerkt. Ik noem hier als voorbeelden het sonateschema als vormprincipe en de fuga als polyfone structuur. In de werken van Manneke komen we dit zelden tegen. Hij creëert zijn eigen vormwereld waarin begrippen als richting, stilstand, statisch, dynamisch, overgang, ruw, grillig, onherbergzaam, onvoorspelbaar, voorspelbaar, eliminatie vormbepalend kunnen zijn. Manneke creëert een landschap vanuit een bewuste werkwijze, hij noemt dit, met referentie aan zijn geboorteprovincie Zeeland, het archipel-concept. Allerlei elementen bestaan naast elkaar, soms contrasterend, dan weer aansluiting zoekend, kortom, een landschap met muzikale eilanden, apart en toch verenigd. Daarin kunnen ook oude compositorische principes een plaats krijgen. Vaak gebruikte lange tonen zoals bij de stukken met cantus firmus uit de Renaissance of imitatietechnieken, om er maar enkele te noemen, zijn aanwijsbaar in zijn oeuvre. Ook citaten uit stukken van andere componisten spelen af en toe een rol, maar nooit expliciet, wel herkenbaar. Zulke elementen kunnen zich weer vermengen met andere elementen of worden afgebroken ten gunste van iets anders. Daar waar een steen uit een muur valt, groeit even later een mosplantje. Bij dit gevarieerde landschap van telkens wisselende elementen, is de componist bepalend voor de inkleding. Hoe lang laat je iets duren, hoe lang stel je iets uit. Dat ingrijpen van de componist in zo’n proces blijft altijd fascinerend. 

Postludium
De taal die Daan Manneke spreekt in zijn composities kon ontstaan door een veelheid van factoren. Niet onbelangrijk is dat hij kon kennisnemen van wat componisten voor hem hadden geschreven, zonder dat na te volgen. Twaalftoonstechniek (Schönberg c.s.), seriële compositietechnieken (Stockhausen, Boulez, e.a.), de modale wereld van Messiaen, enzovoort. Daarnaast de vrije geest van Stravinsky, die zich niet in een hokje laat plaatsen. Naast klassiek klinkende werken, schreef Stravinsky ook werken in de twaalftoonstechniek. Die attitude van Stravinsky is de componist Daan Manneke niet vreemd. Organisten die nog geen werken kennen van onze Brabantse componist Daan Manneke, wil ik van harte aanbevelen toch eens kennis te nemen van enkele van zijn orgelwerken, ik noem dan met name de inmiddels “klassieke” werken als Pneoo, Organum en Offertoire sur les grands jeux. Beleef de fascinerende architectuur van zijn werken.

Piet J. Groenendijk, 2012

Deze tekst is gebruikt voor het artikel in Brabants Orgelrijkdom 2012 (bladz. 32). Klik hier voor de pdf. 

Klik hier voor Wikipedia / Daan_Manneke

Klik hier voor Daan Mannekes eigen website

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Componisten