Rosmalen – Sint-Lambertuskerk

Orgel Concerten Muziek Kerk Info

Markt 1 
5241 VL Rosmalen
Locatie op Google Maps

Route naar gratis parkeerterrein naast de kerk:
Torenstraat 12
5241 VG Rosmalen

Het F.C. Smits-orgel (1850)

“Het orgel van de Sint-Lambertuskerk is in 1850 vervaardigd door F.C.Smits (1800-1876) uit Reek (bij Grave, N.Br.). Deze orgelbouwer, die het vak uit de boeken had geleerd, bedacht als ingenieus vakman telkens nieuwe oplossingen voor technische problemen en was al even vindingrijk en origineel in het tot klinken brengen van de door hem zelf gemaakte pijpen. Er is bij hem geen sprake van cliché-matige en routineuze producten. De vele orgels die hij in Noord-Brabant gebouwd heeft, zijn persoonlijkheden met een eigen karakter. Het Rosmalense orgel is er ook een om ‘u’ tegen te zeggen. Het pijpwerk is vrijwel volledig origineel. Met zijn 16 registers, over twee klavieren verdeeld, is het qua grootte een bescheiden instrument, dat zich niet leent voor de grote werken uit de literatuur zoals bijvoorbeeld de koralen van César Franck, maar de talrijke kleinere parels van de orgelmuziekhistorie klinken er voortreffelijk op. Dit orgel is een juweel dat het verdient in de aandacht te blijven van muziekminnaars uit Rosmalen en wijde omgeving.”

Drs. Maurice Pirenne (1928-2008), voormalig organist van de Sint-Janskathedraal, ‘s-Hertogenbosch. 

In de Lambertuskerk is het orgel in 1850 geplaatst door F.C.Smits I. Het orgel is grotendeels origineel bewaard gebleven en staat op de oorspronkelijke plaats. Het heeft twee manualen met ieder acht stemmen, waarvan een aantal zijn gedeeld in bas- en discant om de registratiemogelijkheden te vergroten. Het Grootmanuaal is gedeeld in C- en Cis-kant, terwijl het onderpositief chromatisch is ingedeeld. Het beperkte pedaal (C-f) is aangehangen. 
Er heeft in 1970 een algehele restauratie plaatsgevonden door Verschueren Orgelbouw uit Heythuysen. Daarbij zijn de niet originele klavieren, die door H.W.J. Smits in 1918 werden geplaatst, vervangen door manualen die afkomstig zijn van het voormalig Smits-orgel in Alphen aan de Maas (1856). Opvallend is dat de ‘witte’ toetsen met juist met zwart ebbenhout zijn belegd en de ‘zwarte’ toetsen met wit ivoor, net zoals bijvoorbeeld het Smits-orgel in Gassel.
In 2008/09 heeft opnieuw een restauratie plaatsgevonden door Verschueren. Verzakkingen van delen van de orgelkas (middentoren) werden gestabiliseerd. De orgelkas had veel te lijden gehad van de verwarming in het kerkgebouw; dit alles uitte zich in scheurvorming van houten lijstwerk en de kas. Het geheel is hersteld en opnieuw in de was gezet. Het onderpositief werd schoongemaakt en de intonatie nagelopen; dit alles als voorlopig laatste fase van herstelwerkzaamheden die in 1999 begonnen. De begeleiding is gedaan door Jos Laus van de KKOR. Bij die gelegenheid is ook de verwarming van de kerk aangepast.

Dispositie

Bovenmanuaal
(hoofdwerk) C-f”’ 
Benedenmanuaal
(borstwerk) C-f”’
Prestant 8′
Bourdon 16′ B/D
Prestant 4′
Holpijp 8′
Nasard 3′ D/B
Octaaf 2′
Mixtuur III st 
Trompet 8′ B 
Trompet 8′ D
____________________
Pedaal C-f
Aangehangen pedaal aan bovenmanuaal. 
Koppel (koppelt
beneden aan boven) 
Ventil 
Violagam 8′
Flt. traver 8′ D 
Holpijp 8′
Prestant 4′
Fluit 4′ B 
Fluit 4′ D 
Octaaf 2′
Flagelet 1′
Harmonica 8′ B/D

Toetstractuur mechanisch
Registertractuur mechanisch
Windlade(n) sleeplade
Toonhoogte a’ = 419 Hz
Temperatuur evenredig zwevend 

Mixtuur III sterk
C: 1 1/3′ – 1′ – 1/2′. c: 2′ – 1 1/3′ – 1′. c’: 2 2/3′ – 2′ – 1′. c”: 4′ – 2 2/3′ – 2′.

 
Het pedaal heeft slechts anderhalf octaaf omvang (C-f).

Omschrijving van het orgel

Joannes ven der Heijden, pastoor van 1848 tot 1865, noteert in 1850 in het ‘Liber Memoralis’ van de parochie: 

“in dit jaar is het nieuwe schoone orgel door Fr.Smits gemaakt in de kerk gesteld, en heeft zowat fl. 4730 gekost daar onder gerekend het veranderen van het zangkoor en bezoldering van den ingang der kerk.”

Het orgel dat u vandaag aantreft in de kerk is nog steeds nagenoeg in de oorspronkelijke staat. In 1920 zijn de klavieren vernieuwd, maar verder is alles authentiek. In 1970 vond een hoognodige restauratie plaats door Verschueren uit Heythuysen. In 1999 werden enkele reparaties verricht aan de tractuur. Bij een eerste beschouwing lijkt het orgel te bestaan uit een hoofdwerk en een klein ‘positief’ of ‘rugwerk’ dat in de balustrade van de tribune is opgenomen. Echter, een rugwerk (waar de organist met zijn rug naar toe zit) is dit onderdeel van het orgel niet, omdat de speeltafel aan de zijkant van de orgelkas is aangebracht. Dit is gedaan omdat in de periode van de bouw de kerkmuzikale praktijk zo veranderde er plaats moest zijn voor zangers op de tribune bij het orgel en de organist zowel het liturgisch gebeuren bij het altaar als de dirigent moest kunnen volgen. Dit ‘positief’ is niet van sprekende pijpen voorzien. Het is dus slechts een decoratief element van het totale orgel. In het hoofdwerk zijn twee windladen aangebracht. Bovenin het hoofdwerk, dat door het bovenste manuaal bediend wordt, en onderin een borstwerk. De organist hoort dit borstwerk direkt door de openingen in de orgelkas boven de speeltafel, in tegenstelling tot het geluid van het hoofdwerk, dat indirekt via de kerk tot de speeltafel doordringt. 

De orgelkas
De orgelkassen bouwde F.C.Smits meestal niet zelf. Dit is een van de redenen waarom de Smits-orgels een grote verscheidenheid in verschijningsvorm kennen. Zo’n tienmaal werkte hij samen met ‘beeldhouwer-schrijnwerker-architekt-koopman’ J.F .Beuijssen (1809-1886) uit Boxmeer bij het bouwen van orgels, waaronder het orgel van Rosmalen. In de archieven van de kerk is terug te vinden dat in 1850 deze Beuijssen fl. 1250,- betaald kreeg voor zijn aandeel in de orgelbouw. De orgelkas is zeker een nadere beschouwing waard. De eikenhouten kas is in 2008 gerestaureerd en behandeld. In het front staan een aantal fraai bewerkte en vergulde prestantpijpen. 


Linker foto: opvallend zijn de pijpvelden met -niet sprekende- gespiegelde pijpen. 


Het orgel wordt bekroond door een beeld van een harp spelende Koning David, die daarbij geassisteerd wordt door vier musicerende eikenhouten engeltjes.


Detail van de balustrade. 

Ondanks de vele, op verschillende stijlvormen gebaseerde decoratieve elementen is de totaalindruk die het orgel maakt evenwichtig en harmonieus. Waarschijnlijk is de architektuur van het orgel beïnvloed door de bouw van het orgel in de Bossche Sint-Pieterkerk, 3 jaar eerder door dezelfde makers, dat tegenwoordig in de Pieterskerk van Oirschot staat, terwijl dit orgel weer geïnspireerd werd door het laat-renaissance orgel van de Sint-Janskathedraal. 

De windladen
Hieronder links: een deel van de chromatische windlade van het onderpositief onder in de orgelkas, direkt achter de speeltafel waar de hoogste (kleinste) pijpen op staan. Uiterst links de hoogste pijpenrij f”’ van alle borstwerkstemmen. Van voor naar achter zijn hier de Harmonica 8, Flagelet 1 (net niet zichtbaar), Octaaf 2, Fluit 4, Prestant 4, Holpijp 8 (gedekt, net nog te zien) en Fluit travers 8 in de schaduw achteraan te zien. Op de voorgrond de hoogste pijpen van het typische Smits ‘Harmonica’. Met de pennen die uit de bekers van de pijpen steken kan dit tongwerk worden gestemd. Dit is regelmatig nodig omdat tongwerken onder invloed van temperatuurswisselingen snel ontstemmen. Uiterst links zijn nog de smeedijzeren overbrengingen van de registerknoppen naar de windlade onder de pijpen te zien.

 
Pijpen van het Borstwerk

Op de foto hierboven het middengedeelte van de Borstwerk-pijpenrijen. Van rechts naar links: rechtsonder enkele pijpen van de trechtervormige Harmonica 8, Flagelet 1 (niet zichtbaar, te klein valt weg achter de Harmonica), Octaaf 2 (open, net zichtbaar), Fluit 4 (laag gedekt, hoger open), Prestant 4, Holpijp 8 gedekt (laagste pijpen in hout, midden boven op de foto en links enkele van de open pijpen van de Fluit Travers 8′ discant.


Links: Op de voorgrond de rij pijpen van de trompet 8′ van het hoofdwerk, boven in het orgel. Ze zijn qua grootte (en dus toonhoogte) gerangschikt in dezelfde volgorde als de compositie van de frontpijpen, de prestant. Hier in het midden (gedeeltelijk achter de balk) dus ook de grootste trompetpijpen. Rechts: De originele orgeltreden voor het met de voeten voeden van de balg met orgelwind. Tegenwoordig niet meer in gebruik omdat alle orgels voorzien zijn van een elektrische windvoorziening.

Concerten

Sinds eind 2014 worden hier geen concerten meer gegeven vanwege de staat van het orgel. Het orgel heeft last van enkele mechanische mankementen waardoor het onverantwoord is om er concerten op te geven.

Van 1995 tot 2014 concerteerden in de Lambertuskerk van Rosmalen: 
Thed van den Aker
Bernard Bartelink
Norbert Bartelsman
Bram Beekman
Henco de Berg
Hayo Boerema 
Rein Boeyen
Leon van den Brand
Anne-Gaëlle Chanon
Gerard Dekker
Rob Dommisse
Jacques van den Dool
Janno den Engelsman
Véronique van den Engh
Gerard Habraken
Erik-Jan van der Hel
Bert den Hertog
Willem Hörmann
Kees van Houten
Ruud Huijbregts
Matteo Imbruno
Theo Jellema
Jan Jongepier †
Albert de Klerk †
Gijsbert Kok
Jos van der Kooy
Jan van der Laar
Henk Linker 
Rob Nederlof
Maurice Pirenne †
Mark van Platen
Jetty Podt
Jan Raas
Dorthy de Rooij †
Ad van Sleuwen
Reitze Smits
Tineke Steenbrink
Klaas Vellinga
Jan Verhoeven †
Bas de Vroome
Cor van Wageningen 
Erwin Wiersinga 
Stephan van de Wijgert 
Arno van Wijk
Jan Willems
Bernard Winsemius
Paul van de Woude 

Vocale ensembles:
Kamerkoor Ad Parnassum o.l.v. Anthony Zielhorst
Bachkoor Brabant o.l.v. Geert van den Dungen
De Boxtelse Cantorij o.l.v. Wil Barten
Brabants Kamerkoor o.l.v. Fokko Oldenhuis
Cappella Breda o.l.v. Daan Manneke
Vocaal Ensemble ‘Dubbel Zes’ o.l.v. Hans van de Brand
Eindhovens Vocaal Ensemble o.l.v. Ruud Huijbregts
‘s-Hertogenbosch Vocaal Ensemble o.l.v. Jos Akkermans
Schola van het Helmond’s Vocaal Ensemble o.l.v. Jeroen Felix
Vocaal Ensemble ‘Hortus Musicus’ o.l.v. Reinier Wakelkamp
Vocaal Ensemble ‘Hortus Musicus’ o.l.v. Dick Duijst 
Vrouwen Kleinkoor ‘Orpheus’ o.l.v. Albert Wissink 
Vocaal Ensemble ‘Markant’ o.l.v. Marc Versteeg
Vocaal Ensemble ‘Mnemosyne’, o.l.v. Caroline Westgeest
Musica Vocalis o.l.v. Jeroen Felix
Monteverdi Kamerkoor Utrecht o.l.v. Wilko Brouwers
Vocaal Ensemble ‘Pur Sang’ o.l.v. Bernhard Touwen
Schola Cantorum St.-Jan ‘s-Hertogenbosch o.l.v. Jeroen Felix
Tilburgs Vocaal Ensemble o.l.v. Martien van Woerkum
Vocaal Ensemble ‘Via Laudae’ o.l.v. Mark van Platen
Vocaal Ensemble ‘Vox Gregoriana’ o.l.v. Norbert Bartelsman

Overige musici:
Ina Boersma, altmezzo
Valeria Boermistrova, mezzosopraan
Harmke Brouwer, harp
Sytse Buwalda, counter-tenor
Trio Camerata 1800, (Barbara Erdner, viool, Frank Wakelkamp, cello en Ursula Dütschler, fortepiano.)
Mariette Holtrop, viool
Mami Irisawa, sopraan
Toyohiko Satoh, luit
Ensemble Severijn, Tineke en Judith Steenbrink, orgel en viool  
Pieter van Veen, blokfluit 

Deze orgelconcerten werden mede mogelijk gemaakt door de gemeente ‘s-Hertogenbosch.

Muziek



Luister hier naar geluidsfragmenten van Sweelinck of Pachelbel gespeeld door Willem Hörmann op dit F.C. Smits-orgel. 

YouTube

Gespeeld door Willem Hörmann:
Georg Böhm: Ach wie nichtig ach wie flüchtig (8:54)

De kerk

De Sint-Lambertuskerk is een Rijksmonument. De toren is eigendom van de gemeente.


De huidige plattegrond.

Beknopte geschiedschrijving van de Sint-Lambertuskerk

Waarschijnlijk was Rosmalens eerste kerk van hout, een vrij normaal verschijnsel in het Brabantse. Het bouwtijdstip moet tussen 1100 en 1200 geweest zijn, de periode waarin de Maas van dijken werd voorzien. Meer zekerheid bestaat er over dat op de plaats van de huidige Lambertuskerk een tufstenen bedehuis stond, waarvan de fundamenten zijn teruggevonden. In de jaren 800 tot 1300 werd deze natuursteensoort in onze streken veelvuldig toegepast. 

 
Bibliotheek KUB Tilburg, Brabantse Collectie

Volgens mondelinge overlevering kreeg in 1430, toen baksteen in zwang raakte, de toren zijn huidige vorm en werd een nieuwe kerk gebouwd. Het onderste torengedeelte doorspekte men met lagen tufsteen. Aanhet gebouw werd in 1464 aan de oostzijde een nieuw koor toegevoegd. Deze datum is vastgesteld op basis van dendrochronologisch onderzoek van de jaarringen van het gebruikte hout in de kap.

Waarschijnlijk pas in 1550 ontstond de kerk in haar basilieke vorm: een middenschip met zadeldak en twee zijbeuken met lessenaardaken. Tegelijkertijd is de dwarsbeuk, of kruisarm, gebouwd alsmede de Mariakapel. Delen van het oorspronkelijke romaanse muurwerk zijn nog aanwezig. De toen ontstane buitenkant heeft de kerk gehouden tot 1910. 

Bij de Reformatie verloren de Rooms-Katholieken de kerk aan de Hervormden en moesten zij genoegen nemen met een schuurkerk. Slechts een klein gedeelte van het gebouw diende tot Hervormde kerk, een ander gedeelte fungeerde als raadhuis en het grootste deel van de kerk bleef ongebruikt. In 1823 kwam de kerk weer in Rooms-Katholieke handen door een besluit van Koning Willem I, waarna een interieuraanpassing volgde in classicistische stijl. Onder het oorspronkelijke gewelf bracht men een gestucadoord plafond aan, zodat zes van de acht raampjes in het middenschip van binnenuit niet meer te zien zijn. De spitsbogen tussen de pilaren zijn toen veranderd in rondbogen. In 1849 werd de hoofdingang onder de toren door gemaakt. 



De Lambertuskerk in 1901. Bij de restauratie in 1912 is het grote kruisbeeld in de toren, dat in Rosmalen “de Calvarieberg” werd genoemd, weggehaald. Het kleine gebouwtje rechts van de kerk is de oude sacristie.
In de jaren 1910-1911 werd de kruisarm verdubbeld door architect F.Ludewig en bouwde men twee zijkapellen voor kleine altaren, zodat de kerk groter werd. 
Zo is de situatie gebleven. De voorlaatste restauratie was in 1977-1978, onder toezicht van de Rijksdienst voor Monumentenzorg.

Een kijkje in het interieur


Foto Jos Kaldenhoven

De Sint-Lambertuskerk in Rosmalen is in 2003 geheel van binnen opgeknapt. Voorafgaand aan de restauratie is er onderzoek gedaan door de gemeentelijke commissie Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (B.A.M.). Dat onderzoek leverde geen bijzonderheden op. Schildersbedrijf Van der Plas uit Rosmalen en restaurateurs van ‘Het oude ambacht’ uit Oss hebben de kerk opgeknapt onder directie van DINOS bv, Rosmalen, specialisten in onderhouds- en restauratiewerken.

  
Het plafond en de wanden zijn roomwit, de balken en pilasters zijn grijsgroen. 
De ornamenten tegen het plafond zijn geverfd en contrasteren fraai met het plafond.

  
De kleurstelling van plafond en de wanden: roomwit, de balken en pilasters zijn grijsgroen. 
Hier het gewelf van het middenschip en de zijkapellen.

      
Enkele van de prachtig gebeeldhouwde en met goudverf versierde kraagstenen aan het gewelf van het middenschip en de zijkapellen.

  
In het kerkportaal hangt aan de noordzijde een grijs geverfd houten beeldhouwwerk voorstellende St.Joris te paard die de draak verslaat. Vervaardigd door Walter Pompe (geboren op 22 september 1703 te Lith en in Antwerpen overleden op 6 februari 1777). Deze beeldhouwer maakte zeer veel heiligenbeelden voor kloosters en kerken. Ook altaren kwamen van zijn hand. Zo was ook het hoogaltaar van deze kerk door hem vervaardigd. Waarschijnlijk werd dit altaar in 1911 verwijderd en zijn gedeelten ervan in pariculiere handen terechtgekomen. Dit beeld is gelukkig nog aanwezig en afkomstig van het Rosmalense St.Jorisgilde.

  
Midden in de kerk hangt een geelkoperen lichtkroon, 1 m 70 hoog, die in 1787 in Oss werd gekocht. 
Hij bestaat uit drie etages met in totaal achttien armen. De bovenste armen hebben geen pinnen voor kaarsen. Onder het kroontje aan de top is een duif aangebracht, de Heilige Geest, die neerdaalde over Maria en de elf apostelen die hier worden gesymboliseerd door de twaalf sterren die aan deze kroonluchter hangen.

  
Twee glas in lood ramen achter het altaar.
Ze zijn in 1914 door de gebroeders Derix uit Goch-Kevelaer vervaardigd. 
Links de geboorte van Jezus met onderaan de evangelisten Lucas en Johannes. 
Rechts de verrijzenis van Christus met eronder de evangelisten Mattheus en Marcus.

  
De eikenhouten preekstoel gemaakt door de Hinthamse timmerman Antonie Verlijnsdonk in 1839. 
Het beeldhouwwerk van deze preekstoel is van Walter Pompe (zie St.Jorisbeeld).

 
Houten beeld voorstellende Maria met scepter op maansikkel en wereldbol terwijl ze het kwaad in de vorm van de slang vertrapt. 
Het Jezuskind doorboort de kop van het dier met z’n kruisstaf. Ook dit beeld is van Pompe uit 1751.

 
De sacramentskapel links van het priesterkoor met het tabernakel afkomstig uit het Clarissenklooster van ‘s-Hertogenbosch.
In 1893 vanuit Antwerpen overgebracht naar de Carmelitessen die in dat klooster tot 1971 woonden. 
In 1978 verguld door de Bossche edelsmederij van de firma Teulings en daarna hier geplaatst. 

 
Detail van de linker communiebank in deze zijkapel. Koperen beeldje.

 
Bovendeel van de raamvormige nis links in het priesterkoor. 
We zien God de Vader bovenin met daaronder de annunciatie: de blijde boodschap aan Maria. 
Geschilderd door de kerkschilder W.Triffteren in 1918.

 
Twee kraagstenen in de Mariakapel met de tekst ‘Ave Maria’. 
De Mariakapel werd in 1550 aan de kerk aangebouwd.

 
Het Mariabeeld van de O.L.Vrouw van Lourdes. 
Waarschijnlijk in Lourdes gekocht in 1888 door reisgenoten van deken Fritsen en na de bedevaart aan de kerk geschonken. 

    
Van links naar rechts: Barbara, gipsen beeld, geplaatst in 1882. De heilige Lambertus, patroonheilige van de kerk, houten beeld uit 1877, vervaardigd door H. van de Geld* uit ‘s-Hertogenbosch. Maria met Kind, ook een houten beeld van dezelfde kunstenaar, geschonken aan de kerk door kerkmeester Joh.Haas en het houten Heilig Hart beeld, ook van v.d. Geld. Deze vier beelden zijn aan pilaren in het schip van de kerk bevestigd.

  
Links kruiswegstatie XII: Jezus sterft aan het kruis. Van deze kruiswegstatie zijn er nog twee bewaard gebleven. 
Ze werden in 1882 door de toenmalige huisarts van Rosmalen, dokter Anderegg aan de kerk geschonken. 
Ze zijn van gips en vervaardigd door beeldhouwer H.van de Geld*.
Rechts een van de koperen huidige kruiswegstaties, afkomstig uit het voormalige Psychiatrisch Instituut te Eindhoven.

* Hendrik van de Geld werd in ‘s-Hertogenbosch in 1838 geboren. Hij volgde zijn opleiding aan de Academies van ‘s-Hertogenbosch en Antwerpen. Hij startte zijn atelier aan de Oude Dieze in 1872 en maakte daar veel beelden voor de St.Jan en andere kerken in Brabant. Hij overleed in 1914.

Enkele schilderijen

  
Schilderij 186 x 137 cm. 
Maria met het Kind en Dominicus en Simon Stock. Circa 1800.

  
Schilderij 186 x 137 cm. 
De kruisdood van Christus. Circa 1700.

  
Schilderij 180 x 120 cm. 
De marteling van bisschop Lambertus. Zuid Nederlands, 18e eeuw. Lambertus wordt door drie soldaten doodgestoken op de treden van het altaar. Boven een putto met palmtak en krans.

  
Schilderij 180 x 120 cm.
Maria met het kind Jezus, haar nicht Elisabeth met de kleine Johannes de Doper. Zuid Nederlands, 18e eeuw. 
Geschonken door J. Sassen, advocaat te ‘s-Hertogenbosch, in 1881. Naar Murillo geschilderd.

  
De biechtstoel uit 1843, vervaardigd door A.Verlijnsdonk uit Hintham.
Rechts de doopvont. 

De buitenkant van de Sint-Lambertuskerk 

 
Het haantje op de torenspits.
Een nieuw elektrisch uurwerk is door de gemeente in 1953 in de toren geinstalleerd.

Op de zuidkant van de toren is een zonnewijzer aangebracht.
Het is een hardstenen plaat met daarin uitgebeiteld en erop geschilderd: Romeinse ciifers, punten en kromme lijnen met de dierenriemtekens. 
Deze zonneWiJzer is in 1977 gerestaureerd. Het is een zogeheten poolzonnewijzer. 
Vermoedelijk is de zonnewijzer aangebracht tussen 1430 en 1550, toen kerk en toren zijn gebouwd. Dit type is zeer nauwkeurig. Het wordt gekenmerkt door een (pool)stijl (een schaduwwerpende staaf) die evenwijdig loopt met de aardas; dus naar de hemelpool wijst. 
We hebben in Nederland de Midden Europese Tijd (M.E.T). Deze tijd loopt ten opzichte van de zonnetijd in Rosmalen ongeveer 15 min. voor, want de wijzer geeft uitsluitend de plaatselijke zonnetijd aan. Naast het aangeven van de uren van de dag kan ook een aanduiding van de datum afgelezen worden. Dit is helaas nu niet meer mogelijk, omdat de tekens bijna geheel zijn verdwenen. Bij deze tijdsaanduiding wordt gebruik gemaakt van het jaargetijde als de zonnestand hoger of lager is, waardoor de schaduwlijn langer of korter is. Om de lengteverandering van de schaduwlijn aan te geven, is op de ijzeren staaf een klein bolletje aangebracht. De schaduw van dit bolletje doorloopt bepaalde op de zonnewijzer getekende kromme lijnen op verschillende afstanden van het bevestigingspunt van de staf. Die afstand verschilt naar gelang het jaargetijde. De lijnen duiden de data aan waarop de sterrenbeelden van de dierenriem wisselen. 
Op de tekening rechts valt de schaduw van het bolletje precies op de 23 septemberlijn. 

  
Het kerkhof aan de zuidzijde en de noordgevel van de kerk.


Meer over de historie van de parochie in Rosmalen: 
www.rosmalenseherinneringen.nl

Het boekje ‘St. Lambertuskerk te Rosmalen, Beschrijving van de historische ontwikkeling & Gids voor een wandeling door de kerk’ van A.P.L.M. de Visser, 2002, ISBN 90- 9016230-5 is verkrijgbaar bij onder meer:

Boekhandel De Omslag 
De Driesprong 29 
5241 TJ Rosmalen 

Boekhandel Robben
Molenhoekpassage 18 
5242 CZ Rosmalen

Info

Laatste actualisatie 4 januari 2021