Oudenbosch – Basiliek van de H. Agatha & Barbara

Orgel Concerten Kerk Info

Markt 57 
4731 HN Oudenbosch
Locatie op Google Maps

Het König-/Stevens-orgel (1773/1893)

Het orgel van de basiliek heeft een lange en bewogen geschiedenis achter de rug, die begint in 1772, wanneer op 27 februari Drossaart en Schepenen van de heerlijkheid Oudenbosch besluiten tot het laten vervaardigen van een orgel voor de toen Gereformeerde Kerk. Fondsen werden gevonden in de meer dan overvloedige gelden van de armenkas. De overheden lieten er geen gras over groeien want reeds op 31 maart 1772 werd met Ludwig König, een dan zeer gerenommeerd orgelmaker uit Keulen, een kontrakt tot het maken van een nieuw orgel afgesloten. König was met zijn zoon naar Oudenbosch gekomen om in aanwezigheid van de organist van de Grote Kerk te Breda, Paulus Stockelmans, over een nieuw orgel te spreken. Blijkens de bewaard gebleven rekeningen voor logies en verteringen heeft men drie volle dagen nodig gehad om tot het opstellen en ondertekenen van het kontrakt te komen.

Christian Ludwig König (1717-1789) en zijn zoon Carl Phillip Joseph König (1750-1795) behoorden tot een geslacht van beroemde orgelmakers, waarvan de stamvader Balthasar König (ca. 1680- ca. 1755) afkomstig was uit Münstereifel. Kort na 1730 vestigde Balthasar König zich te Keulen. Vele orgels van de familie König, waartoe, ook Johann Kaspar König (1726-1761) behoorde, werden nieuw vervaardigd of hersteld, zowel in Duitsland als in Nederland.

In 1773 wordt door orgelbouwer König een nieuw orgel met drie blaasbalgen gebouwd voor de kerk van de protestantse gemeente.

Oorspronkelijke dispositie

Manuaal (C-d”’)Pedaal
Bourdon 16′ B/D
Prestant 8′ 
Holpijp 8′ 
Quint 6′ 
Octaaf 4′ 
Quint 3′ 
Superoctaaf 2′ 
Mixtuur IV st
Cornet IV st D
Trompet 8′ B/D
tremulant 
ventiel
aangehangen











 

Nadat het orgel een aantal jaren door de Königs onderhouden zal zijn, volgen in de jaren 1791 en 1794 werkzaamheden, uitgevoerd door Niclaas van Hirtum uit Hilvarenbeek.

In 1799 wordt de kerk aan de katholieken toegewezen en in 1881 in gebruik genomen. Het orgel werd toen aan de katholieken voor 1350 gulden verkocht.
Aangezien het orgel in slechte staat is, wordt het in 1844 gerepareerd door Derksem van Angeren uit Breda. Zowel de Mixtuur als de Cornet wordt uitgebreid. Tevens wordt een Basson 8′ toegevoegd.

In de jaren 1867/1880 bouwt architect Pierre Cuypers een nieuwe kerk met overeenkomstige architectuur van de Sint-Pieterskerk in Rome.

Het orgel is bekroond met engelen en het wapen van Paus Pius X.

In 1883 wordt het König orgel overgebracht naar de nieuwe kerk en geplaatst in een nieuwe kas, in Italiaanse stijl vormgegeven naar het 16e eeuwse voorbeeld van de Sacramentskapel van de Sint Pieter. 
Orgelmaker J. Stevens uit Duffel (België) wijzigt het instrument in 1893 in een tweeklaviers orgel in een nieuwe kas met vrijstaande speeltafel en mechanische tractuur. Het König-orgel wordt Hoofdwerk, een oud Vlaams orgel wordt Positief. Zij worden geplaatst op twee nieuwe laden met samen twintig registers. Het pedaal blijft aangehangen.

In 1941 wordt het instrument werderom aangepast, nu met elektro-pneumatische bediening, door Jos Vermeulen. De kas van 1893 en het meeste pijpwerk blijft bij deze aanpassing in stand. Wel wordt de dispositie gewijzigd:

Dispositie na 1941 

Manuaal I C-g”’Manuaal II C-g”’ 
Bourdon 16′ 
Prestant 8′ 
Fluit Harmoniek 8′ 
Holpijp 8′ 
Prestant 4′ 
Fluit 4′ 
Kwint 2 2/3′ 
Octaaf 2′ 
Mixtuur III st
Cornet V st
Trompet 8′ 
Klaroen 4′


________________________
Speelhulpen:
6 koppels 
Vrije combinaties 
Vaste combinaties 


Montre 8′ 
Salicionaal 8′ 
Vox Celestis 8′ 
Bourdon 8′ 
Prestant 4′ 
Gemshoorn 4′ 
Kwint 2 2/3′ 
Blokfluit 2′ 
Terts 1 3/5′ 
Echotrompet 8′ 
Schalmei 4′
_______________
Pedaal C-f’ 
Principaal 16′ 
Subbas 16′ 
Octaafbas 8′ 
Gedektbas 8′ 
Kwintbas 5 1/3′ 
Koraalbas 4′ 
Bombarde 16′ 
Trombone 8′

Restauratie 1989/90

Orgelmaker Verschueren uit Heythysen maakt de windladen, mechanieken en klaviatuur opnieuw naar het origineel van König. De orgelkas wordt teruggebracht naar de situatie van 1883. Hij handhaaft de windvoorziening en het oude pijpwerk.
Het instrument heeft nu pijpwerk uit alle perioden van zijn historie: 10 stemmen van König uit 1773, 12 19de eeuwse van o.a. Stevens en 1 nieuw register. Adviseur bij deze reconstructie was Hans van der Harst

Huidige dispositie

Manuaal C-f”’Bovenwerk C-f”’ 
Bourdon 16′ 
Prestant 8′ 
Holpijp 8′ 
Quint bas 6′ 
Octaaf 4′ 
Quint 3′ 
Superoctaaf 2′ 
Mixtuur IV st 1′ 
Cornet IV st 6′ D
(5 1/3′- 4′- 3 1/5′- 2′) 
Trompet 8′ 
Clairon 4′ 

Koppelingen:
HW+ BW 
P+HW 
P+BW 



Gedekt 8′ B/D
Prestant 8′ D
Viola di Gamba d 8′ 
Prestant 4′ 
Gemshoorn 4′ 
Quintfluit 3′ 
Woudfluit 2′ 
Tintinnabulum III st 4′ 
(4′- 1 3/5′- 1′) 
Fourniture III 2′ 
Basson 8′ 
Vox Humana 8′ 
___________________
Pedaal C-f’ 
Principaal 16′ 
Subbas 16′ 
Octaaf 8′ 
Octaaf 4′ 
Bombarde 16′ 
Trompet 8′

Concerten

Er worden hier geen reguliere concerten georganiseerd.

De kerk

In het Noord-Brabantse Oudenbosch vindt u een grote koepelkerk, waar velen zich over verwonderen. De verwondering is vanwege de grootte van de kerk en vanwege de Romeins aandoende vorm. Het is pastoor Willem Hellemons die in de zestiger jaren van de negentiende eeuw deze merkwaardige kerk heeft laten verwezenlijken. In 1865 is men met de kerk begonnen, met als belangrijkste adviseur, de beroemdste architect uit die tijd: Pierre Cuijpers. De kerk is gebouwd naar voorbeeld van de St. Pieter in Rome en in 1880 geconsacreerd door Mgr. Van Beek, de derde bisschop van Breda.

De voorgevel van de kerk is eerst voltooid in 1892 onder leiding van Prof. Ir. G.J. van Swaay.

In 1912 is de kerk in verband met de bijzondere band van de parochie en het kerkgebouw met het Vaticaan en de Paus door Pius X verheven tot ‘basilica minor’.

Na diverse restauraties is de basiliek geworden tot wat zij nu is: een merkwaardige parochiekerk, een weerspiegeling van de grote St. Pieter in Rome, een huis van gebed waar velen zich thuis voelen en een toeristische trekpleister voor mensen uit alle windstreken.
Degene die voor de eerste keer de Oudenbossche Basiliek bekijkt, wordt verrast door haar monumentale afmetingen. De lengte (uitwendig) is 81 meter, de breedte (uitwendig) 55 meter en het hoogste punt van de koepel is 63 meter. De Oudenbossche Basiliek is 16 maal kleiner dan de St. Pieter te Rome. Als men dan hoort, dat Oudenbosch ongeveer 3.500 inwoners telde toen men in 1865 met de bouw begon, stijgt de verbazing nog meer.
Pastoor Hellemons was in de jaren zestig in zijn gedachten volop bezig met de bouw van een kerk. De oude St. Agathakerk, die dateerde uit 1513, in 1648 overgegaan in protestantse handen en in 1799 weer aan de katholieken teruggegeven, verkeerde in slechte staat en werd voor het steeds groeiende aantal parochianen langzamerhand te klein. Dat de kerken van Rome daarbij steeds meer voor zijn geest kwamen zal niemand verbazen. De St. Pieter te Rome had voor hem geen geheimen. Ontelbare uren had hij erin vertoefd. Ook had hij een grote bewondering voor het front van de St. Jan van Lateranen.
In een drietal preken heeft de pastoor zijn parochianen op de hoogte gebracht van zijn plannen. Niemand minder dan de beroemde architect dr. Petrus Josephus Hubertus Cuypers, geboren 16-5-1827 te Roermond en aldaar overleden 3-3-1921, was de bouwmeester, die vooral bekend is van het Rijksmuseum en het Centraal Station te Amsterdam. Hij heeft meer dan 100 kerken gebouwd en was bij een nog groter aantal betrokken. Zowel het kerkgebouw als de façade van de Basiliek heeft Cuypers naar eigen ideeën en voorstellingen gepland en uitgevoerd. 
Nog twee namen dienen voor de volledigheid van de bouwhistorie te worden genoemd, n.l. Theodorus Philippus Florschütz, geboren te Charleroi op 28-6-1823, ’tekenmeester’ op het Instituut Saint Louis en in Oudenbosch overleden 18-12-1886 en Jacobus Johannes van Tilborg, geboren te Oudenbosch 18-10-1830 en aldaar overleden 7-1-1897, van beroep timmerman. Beide personen hebben pastoor Hellemons bij de bouw van zijn kerk uitstekend geholpen. De naam van Florschütz leeft nog voort in de zogenoemde ‘Flosjeskamer’, een ruimte halverwege in de opgang naar de koepel. Betrokkene was ook een verdienstelijk schilder. Aan hem wordt de beschildering van de penditiefs of zwikken van de grote koepel met de vier Evangelisten toegeschreven.

Info

Foto’s Wim van der Ros