Nuenen – Clemenskerk, Parochie Heilig Kruis

Orgel Concerten Muziek Kerk Info

Park 53
5671 GC Nuenen
Locatie op Google Maps

Het Smits-Vermeulen-orgel (1882-1931)

Foto’s: Piet Bron

In 1882 kwam het orgel gereed, dat gebouwd werd door de Gebroeders Smits (II) te Reek bij Ravenstein. Als kosterorganist werd toen aangesteld de 35-jarige Johannes Leonardus Schafrath uit Beek en Donk, die zich te Nuenen vestigde en die ook nog het beroep van kleermaker uitoefende. Later is hij als koster-organist opgevolgd door zijn zoon Harry Schafrath, die tot 1966 het orgel heeft bespeeld.

Dispositie 1882

Manuaal C-g”’ Positief in zwelkast
Bourdon 16′
Prestant 8′
Holpijp 8′
Salicet 8′
Diapason 4′
Octaaf 2′
Fourniture I-II-III st
Trompet 8′



Manuaalkoppel.
Fluit 8′
Bourdon 8′
Viool 8′ 
Voix Céleste 8′
Violon 4′
Nazard 3′
Piccolo 2′
Basson oboë 8′
_________________
Pedaal C-f’
Subbas 16′
Prestant 8′

Het orgel werd gebouwd met 2 klavieren en vrij pedaal voor de prijs van 5.000 gulden. Het was gebouwd volgens het mechanische systeem. In 1925 besloot het kerkbestuur om de blaasbalg door een elektromotor van wind te voorzien, omdat de orgeltrapper dikwijls te laat kwam, en hij tweemaal om verhoging van salaris vroeg. 

Verbouwing naar pneumatisch door Vermeulen
In 1931 besloot men het orgel van mechanisch naar pneumatisch om te laten bouwen door de fa. Gebroeders Vermeulen te Weert, voor de som van 5.000 gulden (inclusief de kosten van een houten vloer voor het zangkoor). Verschillende pijpen werden vernieuwd, aan het Hoofdwerk werd een Fluit Harmoniek 8′ toegevoegd en aan het Pedaal een Fagot 16′. Zij wijzigden ook de manuaalomvang. Hoewel het voor de organist nu gemakkelijker werd het orgel te bespelen en te registreren, is door deze ombouw de oorspronkelijke staat van het Smits-orgel verloren gegaan. De meeste oorspronkelijke registers werden grotendeels gehandhaafd. 

In 1972 is het orgel gereviseerd.
 
In 1990 werd het orgel geïnspecteerd door Dr. Ton van Eck, als adviseur van de Katholieke Klokken- en Orgelraad. Het orgel bleek ernstig vervuild, had houtworm en diende ook in technisch opzicht een grote onderhoudsbeurt te ondergaan. De fa. Vermeulen uit Weert voerde in 1991 de revisie van het orgel uit voor ca. fl. 54.000. 
Er zijn plannen het orgel terug te brengen in de oorspronkelijke mechanische staat, maar de financiën hiervoor ontbreken. 

Foto’s: Piet Bron

De linkerkas bevat de windlade en pijpen van het Zwelwerk en verder eronder een magazijnbalg (uit 1882), een schepbalg en de trapinrichting. In de rechterkas is bovenin het Hoofdwerk en achteraan het Pedaal geplaatst. Verder een kleine magazijnbalg met schokbalgfunctie.


H. Caecilia, patroonheilige van de musici, met orgeltje

Voor het orgel bevinden zich twee grote gepolychromeerde houten beelden, rechts de H. Caecilia (met orgeltje) en links de H. Gregorius de Grote.  
Aan de buitenkant van de balustrade staan nog twee houten beelden, links voorstellende Koning David en rechts een vrouwelijke figuur uit het Oude Testament.

Herstel in 2013
In 2013 is het orgel door Flentrop orgelbouw uit Zaandam gereviseerd.
Alle pijpen en de orgelkas zijn geheel schoongemaakt. 



Alle gebreken zijn hersteld, zoals de pneumatische luchtaanvoer van het zwelwerk (de kas links van het roosvenster, hierboven op de foto met geopende lamellen, waarachter enkele pijpen zichtbaar zijn). 

Van de houten pijpen zijn de barsten en scheuren gedicht. De afwerking van de frontpijpen is vernieuwd. 
Het gehele orgel is opnieuw gestemd en geintoneerd.
De kosten van ruim € 25.000,- konden worden opgebracht uit giften bij het zilveren priesterfeest van pastor Hans Vossenaar, een subsidie van het Prins Bernhardfonds en een verkregen legaat.

Het werd op 3 november met een goedbezocht concert door Gerard Habraken weer in gebruik genomen.

Dispositie 2013

Manuaal C-g”’ Positief in zwelkast
Bourdon 16′
Prestant 8′
Fluit Harmoniek 8′ – 1931
Holpijp 8′
Prestant 4′
Fluit 4′
Octaaf 2′
Fourniture-Sesquialter I-II-III st
Trompet 8′
_________________________
Pedaal C-f’
Subbas 16′
Prestant 8′
Fagot 16′ – 1931
_________________________
Tremolo.
Fluit 8′
Voix Celeste 8′
Bourdon 8′
Diapason 4′
Violine 4′
Nazard 3′
Piccolo 2′
Basson-Hobo 8′

_______________________
Koppelingen:
manuaalkoppel
pedaalkoppel I en II.
Superoctaaf I
Suboctaaf II-I
Pedaalsuperoctaaf.

Samenstelling Fourniture-Sesquialter:
C: 2 2/3
c: 2 2/3, 2
c’: 2 2/3, 2, 1 3/5 

Toetstractuur pneumatisch. 
Registertractuur pneumatisch. 
Windlade(n) kegellade. 
Temperatuur evenredig zwevend. 
a’= 440 Hz.  
Winddruk 82 mm.

Het Vermeulen-koororgel (1957)

In 1991 werd een klein orgel aan de zuidkant van het priesterkoor geplaatst. Dit orgel werd in 1957 door de fa. Vermeulen gebouwd te Udenhout, in de kerk van Huize St. Felix van de Zusters van Liefde. Het orgel bevond zich boven de deur van het zangkoor. In 1991 werd het klooster opgeheven. Voor f. 22.000 werd het door de fa. Vermeulen gedemonteerd en in Nuenen opgebouwd.

Dispositie

Manuaal C-g”’ Pedaal C-f’
Salicionaal 8′
Bourdon 8′ D/B
Prestant 4′
Fluit 4′ D/B
Roerquint 2 2/3′ D/B
Gemshoorn 2′
Aangehangen





Koppelingen: Pedaal – Manuaal.

Toetstractuur pneumatisch. 
Registertractuur pneumatisch. 
Windlade(n) kegellade.

Concerten 

Gratis toegang met vrijwillige bijdrage na het concert. 
Aanvang 15:30 uur

Zondag 14 april 2024
Toon IJzerman, orgel
Leander Schoormans, Ph. Glass, Alain en Duruflé

Zondag 6 oktober april 2024
Parochiekoor o.l.v. Amin Ebrahimi
Thed van den Aker en Ton Toirkens, orgel

YouTube

Gespeeld door Willem Hörmann:

De kerk

De naam Nuenen zou afkomstig zijn uit de Frankische tijd, tussen 600 en 800 jaar na Christus, als een een verbastering van Nuenhem of Nuynhem. Deze naam zou weer zijn samengesteld uit “nue” of “nuy”, hetgeen “nieuw” betekent, en “hem”, wat duidt op “heim”, “haard”, woonplaats of heem. 

Uit de vroegste geschiedenis van Nuenen is zeer weinig bekend, al zijn er wel enkele archeologische vondsten gedaan. Bekend is dat de plaats, waar zich nu de algemene begraafplaats op de Kerkakkers bevindt, in oude tijden een Germaans grafveld was. In de nabijheid van dit grafveld zou zich een door de Germanen vereerde heilige bron hebben bevonden, die tijdens de laatste twee eeuwen van de Romeinse periode door de gekerstende Romeinen gewijd zou zijn aan St. Quirinus. Misschien is op die plaats een kapel of kerkje opgericht. De algehele kerstening van deze streek voltrok zich tussen de 6e en 8e eeuw na Christus en werd sterk bevorderd door Benedictijnen uit België. Deze Benedictijnen hadden een grote verering voor Paus Clemens I, die in het jaar 91 tot Paus gekozen werd. Onder keizer Trajanus (98-117) stierf Paus Clemens I rond het jaar 100 de marteldood. Vermoedelijk hebben de Benedictijnen de gestichte parochie Gerwen, Nuenen en Stiphout naar St. Clemens genoemd. In de Clemenskerk staat een beeld van de H. Quirinus, gekleed en gewapend als een Romeins officier. 


De Heilige Quirinus met palmtak en zwaard.


Quirinus was een Romeins tribuun, die door Paus Alexander werd bekeerd en die in het jaar 130 na Christus onder keizer Hadrianus (117-138) de marteldood stierf. Aan hem zou in de Romeinse tijd een heilige bron in Nuenen zijn gewijd (het zogenaamde St. Quirinusputje). St. Quirinus werd beschouwd als een beschermer tegen allerlei keel- en kropziekten. Tevens werd hij aangeroepen tegen pokken, open zweren, en vooral tegen een soort fistel, “St. Quirinuseuvel” genoemd. Ook werd hij als patroon van de paarden beschouwd, omdat volgens het levensverhaal van de heilige Quirinus paarden weigerden hem naar de plaats van de terechtstelling te slepen. In Nuenen bestond in de kerk jarenlang het gebruik om water, ter ere van St. Quirinus, te wijden. Dit water werd eerst aangewend tegen keel-, oor- en oogziekten en later tegen zweren en huidziekten. In 1960 werd met het wijden van dit water gestopt. 

Rond het jaar 1225 werd Nuenen een zelfstandige parochie. Een vraag zal wel altijd blijven of de kerk toen St. Clemenskerk of St. Quirinuskerk werd genoemd. Aanvankelijk stond de parochie onder een eigen pastoor; echter, in de loop van de 14e eeuw werd de Nuenense parochie verenigd met die van Gerwen. Tijdens de laatste jaren van de 15e eeuw onderging de Nuenense kerk een sterke uitbreiding. In 1490 werden de klokken in de 52 meter hoge toren gehangen en als geheel kwam de bouw gereed in 1494. In 1496 werd de Nuenense parochie van de St. Clemensparochie van Gerwen afgescheiden. In 1512 werd de kerk in brand gestoken, maar in 1523 weer hersteld. Wegens gebrek aan geld werd toen een kortere spits op de toren geplaatst. 

Het jaar 1648 betekende voor het Rooms-Katholieke geloof het begin van een moeilijke periode. De katholieke erediensten werden overal verboden en de kerkgebouwen werden door de Hervormden in gebruik genomen. Ook in Nuenen ging het kerkgebouw over in handen van de Hervormde Gemeente van Nuenen, Gerwen en Nederwetten. Hetzelfde gebeurde met de kerkgebouwen van Gerwen en Nederwetten. Evenals elders hielden de Nuenense katholieken in het geheim hun godsdienstige bijeenkomsten. Na 1676 werd toegestaan kerk te houden, mits dit niet met uiterlijk vertoon gepaard zou gaan. In Nuenen gebeurde dit eerst in een schuur, waarna men in 1695 verhuisde naar een boerderijtje dat stond op het plein voor de huidige Clemenskerk.

In 1798 kregen de katholieken de grote kerk in de Kerkakkers weer terug. Maar aangezien de toren van de kerk in 1793 was ingestort en daarmee de kerk had geruineerd, bleven de katholieken toch kerken in de schuurkerk, totdat deze in 1823 bijna geheel werd afgebroken en vervangen door een gebouw met een leien dak i.p.v. van stro. In 1869 werd architect C. Weber te Roermond aangezocht om een schets te maken van een nieuwe kerk. Op 28 maart 1871 zegende de pastoor de eerste steen en werd deze door hem ingemetseld. In maart 1872 werd besloten de oude kerk af te breken, zodra de oude banken en plavuizen verkocht waren. In oktober 1872 naderde de kerk haar voltooiing. Besloten werd om de werkzaamheden zodanig te bespoedigen, dat de nieuwe kerk op St. Clemensdag, 23 november, zou kunnen worden betrokken. 



De kerk is gebouwd in neogothische stijl onder architect C. Weber uit Roermond. Het was de eerste kerk van deze architect in het bisdom ‘s-Hertogenbosch. Hij bouwde daarna de kerk van Zeelst (gemeente Veldhoven) en nog later de koepelkerken van Geldrop, Lierop, Uden en nog andere. De kerk heeft een grondvlak in de vorm van een kruis; een middenschip en twee zijbeuken. Het gewelf is een gestucadoord houten kruisribgewelf; driezijdig met koor en transeptarmen. De toren is ongeveer 60 meter hoog. Twee jaar na de bouw van de kerk werd er een uurwerk in de toren geplaatst en werd het kerkplein ingesloten door twee hoge muren op eigen grond van de kerk. 



Het interieur van de kerk is nooit ingrijpend veranderd op de kleuren van de wanden na. De wanden waren kleurrijk beschilderd met voorstellingen van heiligen en bloemmotieven, het resterende grote deel had een gele ondergrond met rode biezen als voegen om stenen aan te geven. In 1942 is de kerk geheel overgeschilderd. De kleuren verdwenen en er kwam een lichte tint, die de kerk een veel lichter aanzien gaf. Door de brand in de bijsacristie in 1958 was het opnieuw nodig om de kerk te schilderen, hetgeen in 1959 gebeurde. 
Het zandstenen hoogaltaar heeft de vorm van een schrijn ontworpen door architect Weber uit 1872. Het is rijkelijk versierd met bloemmotieven en vier beelden van de evangelisten.
In 1878 werden er twee zijaltaren en twee gepolychromeerde beelden van zandsteen in de kerk geplaatst: 

Het Maria-zijaltaar aan de linkerkant heeft een bovenbouw van houtsnijwerk. Het H. Hart-zijaltaar staat rechts. 

 
De Heilige Clemens, patroonheilige van de kerk.

Twee beelden, voorstellende de H. Clemens en de H. Jozef, werden oorspronkelijk geplaatst boven de ingangen van de sacristieën; ze staan nu bij het linker- en rechtertransept van de kerk. 
Op 6 januari 1882 werd het orgel geplaatst, en het jaar daarop twee biechtstoelen van wagenschottenhout, die gemaakt werden door de beeldhouwer J. Oor uit Roermond. Pastoor Van Grinsven kreeg van zijn parochianen in 1896 ter gelegenheid van zijn zilveren priesterfeest een doopvont voor de kerk. Tussen 1903 en 1907 werden 15 houten beelden geleverd, gesneden op het atelier van Custers te Stratum (Eindhoven). 

Nu zijn er nog 7 te zien: de H. Quirinus met zwaard, de Romeinse officier die als martelaar stierf en die in Nuenen bijzonder werd vereerd, H. Clara met ciborie in de hand, H. Lucia met krans en een schaaltje met twee ogen (dit is een zeldzame afbeelding van haar, daar zij gewoonlijk afgebeeld wordt met een zwaard in de hals. De twee ogen duiden op de patrones van het licht), H. Catharina met rad en H. Ambrosius met bijenkorf. 





De kruisweg is geschilderd door A. Windhausen uit Roermond en werd in 1907 voltooid. Deze kruisweg verving een oudere, die uit 1843 dateerde.

Ter gelegenheid van het 40-jarig priesterfeest van pastoor Van Vleuten in 1928 zijn er twee marmeren communiebanken geplaatst en in 1929 kwam de marmeren preekstoel klaar, allen vervaardigd door atelier Custers.

In 1958 zijn de meeste gebrandschilderde glas-in-lood-ramen, waarvan het lood totaal verweerd was, vervangen door neo-antiek glas-in-lood-ramen. Er zijn nog drie gebrandschilderde ramen in het priesterkoor en een rond venster op het zangkoor bewaard gebleven. 
Ninaber van Eyben heeft in 1942 de beeltenis van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand gemaakt. Het bevindt zich achter in de kerk en is vervaardigd van gebrand glas, gevat in emaille.

Restauratie 2003



In de kerk staat nu een nieuw altaar gemaakt van onderdelen van de oude marmeren preekstoel uit 1929. De kuip van deze preekstoel bestaat uit wit marmeren reliëfs, die heiligen en scènes uit het leven van Christus voorstellen. Op de voet stond Mozes afgebeeld. Al deze onderdelen werden hergebruikt in het nieuwe altaar. Daarop ligt een nieuw blad in een licht beige kleur, die afgeleid is van de versieringen van de preekstoel. 
Achter het nieuwe altaar staan de communiebanken, nagenoeg op hun oude plaats, maar nu als afscheiding naar het priesterkoor. Ook deze zijn schoongemaakt en hersteld. Achter de communiebanken ziet met het vroegere hoogaltaar waar nu de H. Communie in het tabernakel bewaard wordt. Dit altaar moet nog gerestaureerd worden. 
Rechts in de doorgang naar de Maria-zijkapel is het op houten pilaren geplaatste open Vermeulen-koororgel uit 1957 te zien.

Meer info over de geschiedenis van de kerk zie: www.parochienuenen.nl

Info

Foto’s: Wijtse Rodenburg en Piet Bron.
Orgelgegevens: Piet Bron/Gerard Habraken

Kerkinfo www.parochienuenen.nl

Deze organisatie is lid van de Brabantse Orgelfederatie.

Laatste actualisatie 4 januari 2021