Helvoirt – Sint-Nicolaaskerk

Orgel Kerk Info

Kastanjelaan 14
5268 CA Helvoirt

Het Loret-orgel 1865

Terwijl in Brabant na 1800 veel kerken teruggegeven werden aan de katholieken bleef de oude NH Sint-Nicolaaskerk in gebruik bij de protestanten. De katholieken van Helvoirt bleven hun schuurkerkje gebruiken. In 1840 konden ze verhuizen naar een bescheiden waterstaatskerk, zonder orgel.
Pas in 1865 leverde François Loret een orgel voor 2100 gulden. Het orgel werd gekeurd door Arnold Kluijtmans (1820-1897), muziekprofessor van het nabijgelegen kleinseminarie Beekvliet. 
De dispositie die rond 1942 door Vermeulen is opgetekend, luidt:

Dispositie 1865-1942

Manuaal
Bourdon            8 vt
Salicionaal        8 vt
Prestant            4 vt
Fluit                  4 vt
Nasard              3 vt
Flageolet          2 vt
Trompet (B/D)  8 vt

Vermoedelijk is dit de originele dispositie. Want de nog aanwezige oude lade bevat zeven slepen, waarop vijf van bovengenoemde oude registers staan. De foto van dit orgel vóór de uitbreiding toont acht registertrekkers.

Op deze foto is ook de sierlijke claviatuur van Loret te zien, met roldeksel boven het klavier, naamplaatje, pedaal van twee octaven (met donkere opdik op de boventoetsen) en de fraaie bank met gekrulde poten. Bovendien is de zwengel zichtbaar waarmee de schepbalgen in beweging gebracht moesten worden.

Nieuwe neogotische kerk in 1903

In de jaren 1901-1903 kwam in Helvoirt de imposante driebeukige neogotische kruisbasiliek, volgens een ontwerp van J. van Groenendael, tot stand. Het Loret-orgel is kreeg een plaatsje aan de zuidzijde van het oksaal, zodat het westraam vrij zou blijven. Het moet een beetje een zielig gezicht en vooral gehoor zijn geweest, zo’n bescheiden instrument in de grote neogotische kerkruimte. Vermoedelijk was er geen geld voor een nieuw orgel of uitbreiding van het oude. Zodoende bleef het orgel bijna een eeuw lang vrijwel onaangetast.

1963 uitbreiding door Vermeulen
In 1963 kreeg orgelmaker Gebr. Vermeulen uit Weert dan toch opdracht om het Loret-orgel te vergroten. Hij voorzag het van een nieuwe onderbouw waarin een nieuwe claviatuur en een positief werden ondergebracht. Achter het orgel werd een vrij pedaal opgesteld. Het hoofdwerk behield de Loret-lade. De dispositie luidde bij de ingebruikneming op 10 mei 1964 als volgt.

Dispositie 1964

Hoofdwerk (C-f’’’)  Positief (C-f’’’) 
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Prestant 4′
Fluit 4′
Octaaf 2′
Mixtuur III-IV st
Trompet 8′ B/D
_____________________
Pedaal (C-f’)
Subbas 16′
Octaaf 8′
Gedekt 8′
Schalmei 4′
Salicionaal 8′
Bourdon 8′
Prestant 4′
Koppelfluit 4′
Flageolet 2′
Quint 1 1/3′
Scherp III st
Kromhoorn 8′



______________________
3 koppels

Het orgel behield zijn plek op het oksaal.

In 1992 gaf het kerkbestuur opdracht aan orgelmaker Hendriksen & Reitsema uit Nunspeet om het orgel te verplaatsen naar de begane grond, en wel rechts van het priesterkoor in een zijkapel bij het zuidertransept. Het front is naar het schip van de kerk gekeerd. Bij deze overplaatsing zijn meerdere werkzaamheden aan het orgel uitgevoerd. Het snijwerk onder in de torens van het front is gecompleteerd. Er zijn nieuwe registerknoppen met porseleinen naamplaatjes aangebracht, waarbij enkele registernamen zijn aangepast. De deurtjes van de claviatuur zijn verwijderd. Er zijn nieuwe pulpeten aangebracht en doorgezakte pijpen zijn hersteld. Bovendien zijn Roerfluit en Bourdon, en Octaaf en Flageolet verwisseld, zodat bijna alle Loret-registers weer op het hoofdwerk staan. Er vond ook een herintonatie plaats.

Van de oorspronkelijke orgelkas resteert niet alleen de barokke bovenkas, die een voorbeeld vormt van een vaker bij Loret voorkomend fronttype met een middenveld en twee buitentorens. De oude bovenkas is vrijwel compleet, met zijwanden, achterdeuren en dak. Maar ook de zijwanden van de onderkas bevatten nog de complete zijwanden van 1865, en de panelen aan de voorzijde onder het front (tussen de consoles en eronder) zijn eveneens oud. In het gedeelde paneel boven de huidige claviatuur zat de oorspronkelijke claviatuur.

Dispositie 1992

Hoofdwerk (C-f’’’)  Positief (C-f’’’) 
Prestant 8′
Bourdon 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Flageolet 2′
Mixtuur III-IV st
Trompet 8′ B/D
_____________________
Pedaal (C-f’)
Subbas 16′
Octaaf 8′
Gedekt 8′
Schalmey 4′
Roerfluit 8′
Salicionaal 8′
Prestant 4′
Koppelfluit 4′
Octaaf 2′
Quint 1 1/3′
Scherp III st
Kromhoorn 8′



______________________
3 koppels

Samenstelling vulstemmen:
Mixtuur:
C                                  1 1/3  1       2/3
c                           2       1 1/3  1       2/3
c’                2 2/3  2       1 1/3  1
c”      4       2 2/3  2       1 1/3
Scherp:
C                          1       2/3     ½
g                          1 1/3  1         2/3
g’           2       1 1/3  1
g”       2 2/3  2        1 1/3

Achter de claviatuur staat het positief opgesteld, achter het front ligt de hoofdwerklade. Het pedaal staat in een afzonderlijke kas, die begint achter een loopplank die achter de positieflade ligt. Onder het pedaal ligt de balginstallatie van 1964, die bestaat uit een kleine magazijnbalg en drie regulateurs, die een winddruk van 75 mm leveren. De toonhoogte is nu a’ = 435 Hz., met gelijkzwevende stemming. De drie koppels worden bediend met treden. De buitenste rijen registerknoppen bedienen het hoofdwerk, de binnenste het positief, en de onderste knop van elke rij dient voor een pedaalstem. De mechanieken zijn in 1964 nieuw aangelegd met moderne materialen. De opstelling van het pijpwerk op de hoofdwerklade is aflopend van buitenaf: C en Cis staan aan de buitenzijde en de pijpen staan dan in hele tonen naar het midden.

Van het hoofdwerk zijn Bourdon (gedekt), Octaaf, Fluit (gedekt, hoogste octaaf open), Flageolet en Trompet (deling c’/cis’) nog de originele stemmen van Loret. In het front spreken alleen 8 pijpen van het middenveld, de overige frontpijpen zijn in 1964 uitgeschakeld. Prestant en Mixtuur dateren van 1964. Op het positief zit ouder pijpwerk (van de Salicionaal) in de Prestant 4 en de Quint (uit de oude Nasard). Ook de Subbas bevat ouder pijpwerk van elders. De Kromhoorn bezit houten bekers en klinkt daardoor enigszins als een Harmonica van Loret. De Schalmey is een halfgedekt trompetje. 

Literatuur
F. Jespers, Brabants orgelbezit, ’s-Hertogenbosch 1975, 75-77.
F. Jespers, Repertorium van orgels en orgelmakers in Noord-Brabant tot omstreeks 1900, ’s-Hertogenbosch 1983, 131-132.
T. den Toom, Het historische orgel in Nederland 1858-1865, Amsterdam 2003, 359-361.

Tekst: Frans Jespers

De kerk

De kerk werd in neogotische stijl ontworpen door architect Hubert van Groenendael en gebouwd tussen 1901 en 1903. De kerk is een van de eerdere gebouwen van Van Groenendael en wordt gezien als een van zijn beste werken. Hij ontwierp in totaal 33 kerken en kloosters. Het kerkgebouw werd gebouwd als vervanging van de oudere waterstaatskerk. Deze stond op het huidige kerkplein. Zowel de financiering als de bouw van de nieuwe Nicolaaskerk was opmerkelijk snel rond.

Het interieur bevat uitgebreide muurschilderingen en -panelen, waaronder de kruisweg, De prediking van Paulus te Efeze en De prediking van Johannes de Doper van Albin en Paul Windhausen. Deze schilderingen waren vroeger erg vervuild, maar omdat ze niet erg beschadigd waren konden ze worden gerestaureerd. In 2003 werd begonnen met deze grote klus en in 2008 was de restauratie helemaal klaar.

In totaal zijn er schilderingen van negentig planten, vijftig dieren, meerdere heiligen en tableaus. Voor deze schilderingen kreeg de kerk in 2005, toen de restauratie nog slechts gedeeltelijk af was, de Brabantse Monumentenprijs. Voor de kerk werd een communiebank gemaakt, die bewaard gebleven is.

Info

Info Piet Bron.
Foto’s Wijtse Rodenburg 2011.

Kerkinfo: Wikipedia