De orgelmakers Smits als organisten

Door Frans Jespers, versie 2021 05 27

Verschillende leden van het orgelmakersgeslacht Smits in Reek waren organist. Voor inzicht in de bouwstijl van de orgelmakers is kennis van hun orgelspel van belang. Hoewel er niet veel over dit onderwerp bekend is, is het de moeite waard om alle beschikbare gegevens op een rij te zetten. Want er komen vrij duidelijke voorkeuren naar voren.

De organisten
Enkele leden van het orgelmakersgeslacht Smits in Reek waren organist. Het gaat dan om:
– Antony Smits (1758-1823, vader van de orgelmakers), organist te Reek van 1803 tot 1823
– Frans Smits (I, 1800-1876), organist te Reek van 1823 tot ongeveer 1870
– Frans Smits (II, 1834-1918)
– Klaas Smits (II, 1837-1921), organist te Reek van ongeveer 1870 tot 1891 of 1902
– Frans Smits (III, 1878-1928), organist te Reek van 1902 tot 1925.
Vermoedelijk konden nog meer familieleden orgel spelen. Pastoor Willem Smits (1797-1856), broer van de orgelmakers en pastoor van Reek, componeerde kerkmuziek en zal zeker piano of orgel gespeeld hebben.
In 1891 vestigde Johan Kupers (1833-1902), voormalig organist van de St.-Willibrordus in Amsterdam, zich in Reek. Vermoedelijk werd hij daar organist.
Andere leden van de familie speelden piano of viool. Een broer van de orgelmakers, Louis (1802-1890), speelde viool en was dirigent van het kerkkoor.

Het orgel van Reek
Het orgel waarop Antony Smits organist werd in 1803 had vermoedelijk twee klavieren en aangehangen pedaal.

In de jaren 1823-1829 bouwden Klaas en Frans Smits een nieuw orgel met drie klavieren en vrij pedaal. Het had 31 registers en een klavieromvang van vijf volle octaven. Rond 1849 is het vernieuwd door Frans Smits en uitgebreid tot 39 registers. In 1891 is het opnieuw door de Smitsen gerenoveerd, in enigszins Frans-romantische stijl. De dispositie bleef bij 39 registers.
Eind 1925 is het orgel gesloopt toen de kerk door een nieuwe vervangen werd.
Ondanks de rijk bezette dispositie kan dit orgel niet erg luid geklonken hebben, omdat de dorpskerk van Reek klein was. Ze bestond uit één beuk met vier traveeën en een koor. Het orgel stond gedeeltelijk opgesteld in de toren, die naar verhouding groot was.

Antony Smits
De vader van Antony Smits was ook al organist en verder waren er nog meer organisten in de familie in zijn generatie, in dorpen in het oosten van Noord-Brabant. In Reek had Antony Smits zoals gezegd een klein orgel met twee klavieren en aangehangen pedaal ter beschikking. Het lijkt erop dat hij ook kerkmuziek componeerde, omdat er een gezang van ‘A. Smits’ in een bundel is aangetroffen. Als koopman zal hij een flink netwerk hebben gehad en wellicht hebben gereisd.
Het dichtstbijzijnde muzikale centrum was Nijmegen, waar de uit Duitsland afkomstige familie Hauff toonaangevend was. In de Stevenskerk vonden tussen 1792 en 1803 wekelijks orgelbespelingen plaats (vermoedelijk alleen in de zomer).[1] In dezelfde bundel met lofzangen van het kerkkoor van Reek staan ook twee gezangen van een van de Hauffs. Er kan dus best een connectie tussen (leden van) de families Smits en Hauff zijn geweest.
In huize Smits zal in de eerste decennia van de 19de eeuw wel gemusiceerd zijn, met vader Antony en zijn zonen Willem, Frans en Louis (en misschien nog anderen). Bovendien waren zij betrokken bij het kerkkoor.

Frans Smits I
Gregoir noemt Frans Smits een ‘bon organiste’. [2] Hij heeft het orgel spelen in eerste instantie van zijn vader geleerd. Hij moet in elk geval ook becijferde bas hebben kunnen spelen. Technisch kon hij de begeleidingen van de missen van zijn broer aan. Het is goed mogelijk dat hij rond 1827 de verderop vermelde Orgelschule van Werner heeft aangeschaft om zich te bekwamen in pedaalspel, nu in Reek het grote orgel met vrij pedaal voltooid was. Er is geen aanwijzing over een andere mogelijke orgelleraar. De stijl van de composities van Willem Smits is die van de Weense Klassieken.
Toen Frans Smits een gezin had gesticht, heeft hij zijn kinderen muzieklessen laten nemen, zo ongeveer vanaf 1844. Hij was zelf druk bezet en geregeld van huis. Daarom zal hij de piano- en orgellessen overgelaten hebben aan een beroepsmusicus. Het ligt voor de hand dat hij de organisten van Grave daarvoor in de arm nam, de broers Wilhelm (1817-1876) en Heinrich Kühne (1823-1897) uit Kleef. De Kühnes waren vakmusici die goed op de hoogte waren van de eigentijdse muziek, maar stevig in de Duitse traditie geworteld waren. Zij zullen in huize Smits de Duitse romantiek geïntroduceerd hebben.

Frans en Klaas Smits II
De hieronder genoemde Orgelschulen van Strube en Rinck kunnen door de familie Smits aangeschaft zijn voor de orgellessen van de broers Frans II en Klaas II. De laatste had rond 1860 enkele grote reizen gemaakt, onder andere in Duitsland, en was een jaar ergens in Gelderland werkzaam geweest voordat hij definitief in Reek terugkeerde. Hij zal dus ook meer van de muzikale wereld hebben gezien. Rond 1870 volgde hij zijn vader op als organist in Reek. Zodoende valt te verwachten dat hij een vaardig organist was.

Frans Smits III en Kupers
Frans III zal zijn eerste muzieklessen wellicht gekregen hebben van oom Klaas. Maar toen in 1891 Johan Kupers zich in Reek vestigde, was die de aangewezen orgelleraar. Kupers was zich in de jaren na 1870 gaan verdiepen in de Franse romantiek. Vandaar dat hij Frans III kan hebben opgeleid met behulp van de Orgelschool van Lemmens, waarvan zich een Duitse versie in de nalatenschap van de Smitsen bevond. Ook de daar aanwezige muziek van Bogaerts (organist van de abdij van Averbode) past bij deze Franse oriëntatie.
Kupers heeft vermoedelijk tussen 1891 en zijn dood in 1902 het orgel van Reek bespeeld. Hij was goed op de hoogte van het orgelspel in Amsterdam en zal redelijk eigentijdse werken gespeeld hebben op een behoorlijk niveau.

Muziekboeken van de Smitsen
In het Smits-archief zijn maar enkele muziekboeken bewaard, met name partijen van de Reekse Missen van Willem Smits.
Vermoedelijk heeft Henri Smits (1871-1944) na de dood van zijn broer Frans en na de sloop van hun orgel in 1925 een aantal muziekboeken van de familie geschonken aan de Fraters van Tilburg. Zijn correspondentie met frater Getulius (jaren 1929-1938) is in afschriften bewaard gebleven (geheel of gedeeltelijk) in het Smits-archief en kan opheldering verschaffen over een dergelijke schenking. Een schenking aan de Fraters is niet verrassend, want Henri en Frans III hadden hun middelbare-schoolopleiding doorgebracht op de kostschool van de Fraters, huize De Ruwenberg in St. Michielsgestel. De schenking zal bedoeld zijn geweest om de boeken nog te benutten voor muziekonderwijs op de scholen van de Fraters.
In elk geval was er in 1985 in de Muziekbibliotheek van de Fraters (afdeling Aspirantaat)  in hun moederhuis in Tilburg een plank waarop muziekboeken en orgelmuziek van de Smitsen bij elkaar stond. Ik heb er bij een bezoek enkele titels van genoteerd, maar niet meer dan dat. Rond 1995 is deze bibliotheek ontmanteld. Een klein gedeelte is opgenomen in de bibliotheek van het Fontys Conservatorium in Tilburg. Een ander gedeelte met oude boeken is overgedragen aan de bibliotheek van de abdij van Metten (D). Het is niet bekend of hierbij iets van de boeken van de Smitsen behoort.

Uit mijn notities is het volgende van enig belang voor het orgelspel van de Smitsen. Er waren stemboeken en een orgelpartij van de Eerste Series van Zes Gemakkelijke Missen of de zoogenaamde Reeksche Missen van Willem Smits in handschrift uit 1849. De orgelpartij is grotendeels driestemmig en verloopt parallel met de zangstemmen. Iets dergelijks geldt voor een handschrift van Frans Smits I met Sex Missae Novae, tweestemmige misgezangen uit de 18de eeuw met een becijferde bas. In een boek in handschrift met Lofgezangen is een gezang van A. Smits, vermoedelijk stamvader Antony Smits, opgenomen.

Verder stonden er gedrukte boeken:

  • J.G. Werner, Orgelschule, Mainz, Schott, 1824, twee delen in één band
  • Strube, Orgelschule, [Wolfenbüttel 1850]
  • Rinck, Orgelschule
  • Lemmens, Orgelschule, enkele delen
  • N.A. Janssen, Begeleidingen [van het gregoriaans] uit De Gregoriaan, 1860, folio
  • I. Inglen, Orgelbegleitung, Trier, Gall, 1857
  • E. Duval, L’Organiste grégorien, Malines, 1845 (boekbinderij Bolsius, Grave)
  • … Bogaerts, orgelmuziek [organist Averbode], vrij oude druk.

Ik heb geen idee hoeveel boeken hier verder bij stonden.

In de grote Muziekbibliotheek van de Fraters stonden bij de meerstemmige missen verschillende drukken van missen van Van Bree en anderen die eigendom waren geweest van Kupers. Ook deze boeken zijn waarschijnlijk via Henri Smits bij de Fraters terecht gekomen.

De nagelaten muziek
De kostscholen van de Fraters hadden in de eerst helft van de twintigste eeuw een goede naam. Op de kostscholen werd veel muziek beoefend en gedoceerd, vaak door leden van de congregatie zelf. Het lijkt erop dat de Fraters met de schenking van de muziekboeken van de Smitsen niet goed raad wisten of ze als curiositeit bewaarden. De Orgelschulen en andere orgelboeken waren in hun ogen wellicht al ouderwets (en veelgebruikt?) en daarom niet aantrekkelijk voor ‘modern’ onderwijs, na 1925. Dit kan een verklaring zijn voor het feit dat deze boeken in 1985 nog bij elkaar stonden.

Registratievoorstellen van Frans Smits voor Grave
In het Smits-archief berusten drie schriftbladen, dus zes bladzijden, met suggesties voor registraties op het orgel van Grave.

Het handschrift in potlood is nogal verbleekt maar wel leesbaar en moet van Frans Smits I zijn. Het begin ontbreekt, waarschijnlijk twee bladzijden. Een plaatsnaam wordt niet genoemd. Maar de registers die vermeld worden zijn alleen in het orgel van Grave in deze samenstelling aanwezig, dus de suggesties moeten betrekking hebben op Grave. Toch heeft Smits alleen voorstellen voor Groot Manuaal en Bovenmanuaal uitgewerkt en de rest (Rugpositief, Vrij Pedaal) alleen aan het slot gesuggereerd. Het ligt voor de hand dat Smits deze lijst heeft opgesteld in de tijd van de oplevering, 1843, maar het kan ook later zijn geweest. De tekst is hieronder als bijlage opgenomen.
De registratievoorstellen zijn beslist eigenaardig en onconventioneel. De voorstellen voor het Groot Manuaal zijn incompleet. Over het algemeen zijn er geen grote combinaties te vinden, voor plenum of zo. Het gaat voornamelijk om combinaties met twee tot vier registers, eventueel in contrast met ongeveer evenveel stemmen op een ander werk voor duo- en triospel. Wat Smits in de laatste regel bedoelt met ‘werkende bassen’ in de pedaalpartij is onduidelijk.
Bij de (resterende) voorstellen voor het Groot Manuaal valt op dat:
– de Bourdon 16’ in combinatie met allerlei registers veelvuldig wordt genoemd
– er best gaten tussen de liggingen mogen zitten (tussen 16’ en 4’ of 8’ en 2’).
Bij de voorstellen voor de linkerhand op het Bovenmanuaal en rechts op het Groot Manuaal:
– stemkruising tussen de 16’ rechts en de 8’ links lijkt geen probleem te zijn
– er lijkt vaak geen klankevenwicht tot stand te komen tussen links en rechts, zeker wanneer rechts een enkele (zachte) stem klinkt.
Bij de linkerhand op het Groot Manuaal en rechts op het Bovenmanuaal:
– er lijkt geen probleem te komen met stemkruising tussen een hoog geregisteerde linkerhand en rechts met alleen achtvoetsstemmen.
Bovenmanuaal alleen:
– combinaties met meerdere achtvoetsstemmen, ook meerdere tongwerken
– het register Roerfluit 8’ wordt niet vermeld, terwijl het wel aanwezig was (en nog is).
In het algemeen zijn er naast gangbare combinaties ook veel combinaties vermeld die als ongewoon opgevat kunnen worden en ook ongewoon of onevenwichtig klinken. Alleen al de eerste (Bourdon 16’ en Viola di gamba 8’) levert een onbestemde klank. Iets verderop is de combinatie van twee 16’-stemmen (Bourdon en Bombarde) met twee 4’-registers (Prestant en Fluit) nogal vreemd. Welke muziek klinkt hierbij goed?
De meeste registraties zijn bedoeld voor spel op twee klavieren, met een uitkomende discant en één of twee stemmen links. In de eerste 7 combinaties met de Bourdon 16’ in de rechterhand (gg tot nn) kruist deze de ligging van de linkerhand en overstemt ze haar vermoedelijk telkens. Maar verderop (qq tot zz) lijkt de rechterhand met alleen de Fluit 4’ of de Viola di gamba te zwak tegenover de linkerhand.

Conclusie
Hoewel er niet veel bekend is over de speelkwaliteiten van de Smitsen als organisten of over hun muzikale voorkeur, valt er uit de weinige beschikbare gegevens wel iets af te leiden. Enkele getuigenissen spreken over de Smitsen als goede organisten. Antony Smits kan connecties hebben gehad met leden van de Duitse familie Hauff in Nijmegen. Frans Smits I zal net zoals zijn componerende broer Willem een voorkeur gehad hebben voor orgelmuziek in de stijl van de Weense Klassieken. Zijn zonen zijn vermoedelijk opgeleid met Duitse Orgelschulen en wellicht eigentijdse Duitse orgelwerken. Franse orgelmuziek kwam pas laat in zwang en werd beslist bevorderd door Johan Kupers vanaf 1891. Met de combinatie van Duitse en Franse werken is Frans III vermoedelijk opgeleid.
De overwegende voorkeur voor Duitse muziek is voor het oosten van Noord-Brabant en het gebied rond Nijmegen in de 19de eeuw tamelijk gangbaar, zowel in het repertoire van de kerkmuziek als in de wereldlijke muziek in huis en op het podium. [3]

Copyright @ Frans Jespers


[1] Willem van Twillert, Voor t’Orgel!, Sneek 1981, 14.
[2] Édouard Gregoir, Historique de la facture et des facteurs d’orgue, Antwerpen 1865, 170.
[3] Vgl. Hein Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1770-1850 en 1850-1914, Tilburg 1981 en 1982.


Bijlage

Smits-archief   Bxx89abcd

Transcriptie van registratievoorstellen [voor Grave]

Het begin ontbreekt, waarschijnlijk de letters A-W, 22 nummers (2 bladzijden). De voorstellen voor Rugpositief en Vrij Pedaal zijn niet uitgewerkt, maar aan het slot alleen als mogelijkheid aangeduid.

[Bxx89a]

X – op t groot manuaal alleen

Bourdon 16    en Viola di gamba op t gr manuaal

                                   Y

Holpijp 8 en Viola di gamba

                                   Z

Bourdon –      viol di gamba en fluit 4

                                   aa

Bourdon –      holpijp en octaaf 2

                                   bb

Bourdon en trompet

                                   cc

Bourdon –   holpijp –   Bombarde en trompet

                                   dd

Bourdon –   fluit 4 v  prestant 4 v  Bombarde

                                   ee

Bourdon  fluit  en trompet

                                   ff

holpijp –   octaaf 2 en trompet

                                   gg

voor groot manuaal en Bov M: of echo

regterhand                                                     linkerhand

Bourdon 16 – viol di gamba en fluit  —–  Baarpijp en holpijp

op het boven manuaal

                                   hh

Bourdon – holpijp en octaaf 2 v —– holpijp en Baarpijp

Prestant en dulciaan op t b. m

                                   ii

Bourdon en trompet —– holpijp, Prestant en

dulciaan

[b]

regterhand gr.m.                     linker b.manuaal of echo

                                   kk

Bourdon – holpijp en bombarde —– Baarpijp – holpijp

Prest en dulciaan

                                   ll

Bourdon – holpijp en Bombarde en trompet —– Baar-

Pijp, Holpijp, Prestant en dulciaan

                                   mm

Bourdon – fluit 4 v – Prest 4 v – en Bombarde —– Baarpijp

Holpijp – Prestant en dulciaan

                                   nn

Bourdon – fluit en trompet —– baarpijp, salicet en

dulciaan

                                   oo

Holpijp en Viola di gamba —– holpijp – Salicet

Vox humana en tremulan

                                   pp

Holpijp en Viola di gamba —– Baarpijp en

Salicet

                                   qq

fluit en Viola di gamba —– baarpijp b en veldfl

                                   rr

fluit                            —– holpijp – Salicet

                                   ss

fluit                                        holpijp, Salicet en dulciaan

                                   tt

fluit                            holpijp – Salicet – vox humana – treml

                                   vv

Viola di gamba                       holpijp en Salicet

                                   ww

Viola di gamba                       holpijp – Salicet – vox human – tremul

[c]

                                   xx

Viola di gamba en fluit —– baarpijp en holpijp

                                   yy

Viola di gamba en fluit —– baarpijp en holpijp

                                   zz

Viol di gamba en fluit —– baarpijp – holpijp – dulciaan

  • –    –   –   –   –   –   –   –   –   –   –   –   –   –   –   –

aaa

echo of Boven manuaal –                  groot manuaal

voor de regterhand                             voor de linkerhand

                                   aaa

Holpijp en Baarpijp en Veldfluit —– holpijp en fluit

                                   BBB

Holpijp – baa[r]pijp en veldfluit    —–  Viola di gamba

                                   CCC

Holpijp – baarpijp en veldfluit         Viola di gamb en fluit

                                   ddd

Holpijp – Salicet                               Viola di gamb en holpijp

                                   eee

Holpijp en Salicet —                          Viol di gamb en fluit

                                   fff

Holpijp, Salicet en oboë                    Viol di gamba en fluit

                                   ggg

holpijp en oboë                                 holpijp en octaaf 2 v

                                   hhh

Sifflet                                                 viola di gamba

[d]

                                   iii

Sifflet met Veldfluit                           Viol di gamba en fluit

                                   kkk

Sifflet en echo holpijp                       fiol di gamba

                                   lll

echo holpijp                                      viol di gamba

                                   mmm

            boven manuaal of echo alleen

Holpijp en Salicet

                                   nnn

Baarpijp – Veldfluit en Salicet

                                   ooo

baarpijp – veldfluit – holpijp – dulciaan en oboë

                                   ppp

Baarpijp Veldfluit Salicet

                                   qqq

Holpijp – Salicet  en vox humana – tremulant

                                   rrr

Holpijp – xxx baarpijp en veldfluit en salic.

dulciaan en oboë

en dan kan dit met het pedaal, op het positief

of met het vrij pedaal, nog oneindige veranderingen

ondergaan, doch mag het pedaal nooit de stemmen

die in de handen liggen te sterk overtreffen, of is

het pedaal wat sterk, dan moet men met het

pedaal ook werkende bassen gebruiken

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Uncategorized