Vught – Nederlands Hervormde Lambertuskerk

Helvoirtseweg/Torenstraat
Vught
Locatie op Google Maps

Orgelgeschiedenis

In 1795 vernielen de Fransen het in 1788 geschonken orgel. In 1817 een grondige reparatie van het orgel. De toren krijgt in 1933 een carillon van 35 klokken. Het plafond dat bij het bespelen van het orgel afbrokkelde, werd in 1956-1958 vervangen door een nieuw stucplafond. In 1975 wordt het oude, verschillende malen verbouwde orgel uit 1788 vervangen door een nieuw.

Het oude Pels & Van Leeuwen-orgel (1975-2007)

Het Pels & Van Leeuwen-orgel (1975) zoals dat van 1975 tot 2007 in de kerk stond. Nu in opslag bij de orgelbouwer en te koop.

Dispositie:
Holpijp 8′ bas/disc
Prestant 4′ bas/disc
Roerfluit 4′ bas/disc
Gemshoom 2′ bas/disc
Sesquialter disc
Mixtuur III st. bas/disc
Tremulant
Pedaal: Subbas 16′

Pedaalkoppel, mechanische sleepladen. De gedekt houten Subbas staat op een aparte lade achter het orgel buiten de kas.

Het huidige Pels & Van Leeuwen-orgel (1979)

De recent volledig gerestaureerde Lambertuskerk van de Protestantse gemeente in Vught beschikt sinds het voorjaar 2008 over een hernieuwd orgel van Pels & Van Leeuwen. Sinds 1975 beschikte dit oudste monument van Vught over een bescheiden eenklaviers orgel van dezelfde bouwer. Waar het orgel uit de Gereformeerde Immanuelkerk van Koudekerke door kerksluiting overbodig was geworden en bij de orgelbouwers in de werkplaats een tijdelijk onderdak vond, beijverde Willem Visscher, de organist van de Lambertuskerk, zich ervoor dit instrument in zijn kerk te krijgen. Mede dankzij zijn inzet werd deze aankoop, uitbreiding en plaatsing ook haalbaar.

Voor de plaatsing in Vught werden zowel de kas als de dispositie aangepast. Voor wat betreft de kassen kregen de drie torens zeer passende bekroningen in de vorm van zwaar eikenhouten lijstwerk, terwijl ook de zijtorens aan de onderzijde voorzien werden van lijstwerk en consoles.
De dispositie is voor zijn gebruiksmogelijkheden aangepast. Zo werd op het hoofdwerk een tweetal samengestelde registers gesplitst, waarbij in ‘halve stand’ een enkele stem uit dit register klinkt. Zo werd uit de Mixtuur 4 st de Octaaf 2 vt afzonderlijk bespeelbaar gemaakt. De Sesquialter 2 sterk, welke vanaf a° liep, is uitgebreid naar volledige manuaalomvang, waarbij de Quint 2 2/3 vt als aparte stem kan klinken. Op het nevenwerk is de Quintfluit 1 1/3 vt met bijplaatsing van enkele pijpen en door opschuiving gewijzigd in een Quintfluit 2 2/3 vt.
Overigens is de oorspronkelijke opzet van het orgel gehandhaafd, waarbij zoveel mogelijk de voetopeningen gerespecteerd zijn. Waar nodig is het pijpwerk iets opgesneden.
Het orgel is, zeker ten opzichte van de oude eenklaviers situatie, een prachtig aanwinst voor deze kerk. In zijn relatief beperkte omvang biedt dit orgel een rijke registratiekeuze. De klank van dit vernieuwde orgel is breed en draagkrachtig, waarbij het tongwerk van het nevenwerk niet alleen een prachtige aanvulling is op het plenum, maar ook als solostem een verrassende rol kan invullen.

Huidige dispositie

Hoofdwerk	Nevenwerk
Prestant 8′ Roerfluit 8′ Octaaf 4′ Quint 2 2/3′. ¹) Octaaf 2′ ²) Sesquialter II st Mixtuur IV st	Holpijp 8′ Roerfluit 4′ Quintfluit 2 2/3′ Prestant 2′ Schalmey 8′ Tremulant ______________ Pedaal Subbas 16′